Spring naar inhoud

Bestuursverslag

2.1 Voor wie zijn wij er?

2.1.1 Algemeen

Oak Pensioen verzorgt een verplichte collectieve pensioenregeling voor medewerkers in de Interieurbouw en Meubelindustrie, de Tentoonstellingsbouw, de Orgelbouw en de Houthandel. Met als doel dat deelnemers ook na hun pensioneren een inkomen kunnen genieten dat geen verrassingen kent en zo toereikend mogelijk is.

Het pensioenfonds is opgericht in 1954 door werkgevers‑ en werknemersorganisaties in de bedrijfstak Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven en statutair gevestigd in Amsterdam. In 1998 werd het pensioenfonds uitgebreid met de sector Tentoonstellingsbouw. In 2002 werd het pensioenfonds opnieuw uitgebreid, toen met de sector Orgelbouw. Per 1 januari 2020 is het pensioenfonds uitgebreid met de sector Houthandel.

Oak Pensioen is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41199580. De laatste statutenwijziging vond plaats op 21 november 2023. Oak Pensioen is aangesloten bij de Pensioenfederatie. 

2.1.2 Onderlinge verhoudingen van sociale partners en het bestuur van Oak Pensioen

Het is aan sociale partners om de inhoud van de pensioenregeling te bepalen. Het bestuur toetst deze pensioenregeling en ziet toe op de uitvoering van deze regeling aan de hand van onderstaande beginselen:

  • solidariteit als basis van de pensioenregeling (inclusief risicotoedeling);
  • collectiviteit mits evenwichtig naar verschillende groepen;
  • toekomstbestendigheid;
  • voorwaardelijke toeslagambitie;
  • gezonde financiële positie van het fonds;
  • transparante communicatie (vertaald naar onderscheiden groepen op collectief en individueel niveau);
  • deskundig, representatief en integer bestuur;
  • integere en transparante bedrijfsvoering;
  • verantwoording afleggen naar stakeholders en toezichthouders.

Kort gezegd komt het erop neer dat sociale partners de inhoud van de pensioenregeling bepalen en het pensioenfonds zorgt voor de uitvoering daarvan.

2.1.3 Solidariteit

De pensioenregeling van Oak Pensioen is gebaseerd op solidariteit. Dit komt onder andere tot uitdrukking in het hanteren van een voor iedere deelnemer gelijk premiepercentage. Het uitgangspunt is dat alle werknemers vallend onder de verplichtstelling van Oak Pensioen ook deelnemen aan de pensioenregeling van Oak Pensioen. Alleen op deze wijze kunnen collectieve en op solidariteit gebaseerde pensioenregelingen mogelijk worden gemaakt en tegen zo laag mogelijke kosten uitgevoerd worden gehouden. Het bestuur hanteert daarom een strikt vrijstellingsbeleid. Een ruimer gebruik van de bevoegdheid tot het verlenen van vrijstelling gaat ten koste van de solidariteit.

2.2 Missie, visie en strategie

2.2.1 Samenvatting

Het bestuur stelde eind 2021 haar missie, visie en strategie opnieuw vast. 

Missie

Oak Pensioen zet zich ervoor in om de pensioenregeling professioneel en klantgericht uit te voeren. Met als doel dat deelnemers ook na hun pensioneren een inkomen kunnen genieten dat geen verrassingen kent en zo toereikend mogelijk is. 

Visie

Oak Pensioen heeft de overtuiging dat een pensioenfonds dat is gestoeld op solidariteit en collectiviteit de beste manier is voor haar deelnemers om pensioen op te bouwen. Solidariteit is waardevol omdat we binnen onze branches risico’s delen die je als individu niet wil en kan dragen. Het pensioenfonds wil:

  • Een herkenbare voorvechter zijn van pensioen als essentieel sociaal contract;
  • Adequaat reageren op  langetermijn veranderingen;
  • Veranderingen zien als kansen om deelnemers én werkgevers  tijdig en juist te kunnen begeleiden naar nieuwe tijden.

Strategie

Oak Pensioen streeft haar missie en visie na door middel van voldoende schaalgrootte en evenwichtige belangenafweging proactief in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen waarbij kostenbeheersing niet uit het oog wordt verloren.

Kernwaarden

De missie, visie en strategie van Oak Pensioen is gebaseerd op solidariteit, collectiviteit, verbinding, goede support, beleving, partnerrol, professionaliteit, evenwichtige belangenafweging, kostenefficiency, herkenbaarheid en maatschappelijk verantwoorde uitvoering.

2.2.2 Meerjarenbeleidsplan

Op basis van de missie, visie en strategie wordt elke vier jaar een meerjarenbeleidsplan vastgesteld. Het meerjarenbeleidsplan is bedoeld als strategisch document. Daarnaast dient het als leidraad voor de planning en uitvoering door de uitvoerend bestuursleden en het toezicht door de niet-uitvoerend bestuursleden. Het meerjarenbeleidsplan wordt jaarlijks uitgewerkt in verschillende concrete jaarplannen per portefeuille. Eind 2021 is het meerjarenbeleidsplan 2022-2025 opgesteld met de volgende speerpunten:

  • Een digitaal en innovatief pensioenfonds;
  • Een beheerste groei in aantallen deelnemers en van het belegd vermogen;
  • Een robuust systeem van financiering en uitvoering;
  • Samenbinding o.b.v. strategisch relatiemanagement;
  • Doorlopend bouwen aan partnership.

Het meerjarenbeleidsplan is een dynamisch document dat jaarlijks wordt geëvalueerd en periodiek besproken met de sociale partners en het verantwoordingsorgaan. In de jaarplannen worden ook de toezichtthema’s van DNB en AFM opgenomen en vanuit de betreffende portefeuilles opgepakt.

2.3 Wat hebben we in 2023 bereikt?

2.3.1 Wet toekomst pensioenen

Op 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen (WTP) in werking getreden. Daarmee is het Pensioenakkoord, met nieuwe afspraken over pensioenen en AOW, vastgelegd in wet- en regelgeving. Voor Oak Pensioen betekent dit dat voortvarend verder gewerkt is aan het lopende project om de nieuwe regels te implementeren. Sociale partners hebben overeenstemming bereikt over de nieuwe pensioenregeling en hebben de gemaakte afspraken vastgelegd in het zogenoemde transitieplan. Het transitieplan is beschikbaar op oakpensioen.nl. De nieuwe pensioenregeling is een solidaire premieregeling. Door het bestuur is verder gewerkt aan de verdere uitwerking en benodigde besluitvorming, waaronder de keuze om de bestaande pensioenaanspraken over te dragen naar de nieuwe pensioenregeling (het invaarbesluit). Het bestuur is verantwoordelijk voor de vertaling naar de uitvoerbaarheid van de afgesproken regeling. Dit wordt onder meer vastgelegd in het implementatieplan. In dit plan zijn de gemaakte afspraken verder uitgewerkt naar de uitvoering en beheersing van de nieuwe pensioenregeling. Onder meer voor de pensioen- en vermogensbeheeradministratie, de beheersing van de risico’s , de datakwaliteit, het invaren, de genomen compensatiebesluiten en de communicatie (in het communicatieplan WTP) naar de deelnemers en pensioengerechtigden.

2.3.2 Pensioenregeling en communicatie

Communicatie met deelnemers en werkgevers

  • Oak Pensioen heeft de ambitie om een digitaal pensioenfonds te zijn. In 2023 is daarom een campagne uitgevoerd om deelnemers te activeren het e-mailadres te registreren. Oak Pensioen kan de deelnemer die kiest voor digitaal, eenvoudig en duurzaam bereiken. De campagne heeft geleid tot een verhoging van het aantal geregistreerde e-mailadressen. Er zijn 9.745 deelnemers digitaal bereikbaar geworden tijdens de campagneperiode.
  • Het magazine ‘Nu voor later’ is in 2023 uitgebracht. In het magazine werd extra aandacht besteed aan de rebranding en aan het nieuwe eigen bestuursbureau van Oak Pensioen.
  • De themapagina WTP is in 2023 vernieuwd en geactualiseerd. Het actualiseren vond op meerdere momenten in het jaar plaats. Zo bleef de pagina zo actueel mogelijk.
  • Oak Pensioen heeft een eigen WTP beeldmerk laten ontwikkelen. Dit beeldmerk is vervolgens gebruikt in alle uitingen die met WTP te maken hebben. Zo is het voor deelnemers goed te herkennen wanneer er wordt gecommuniceerd over de nieuwe pensioenregeling.
  • Voorbereiding keuzebegeleiding is opgestart. Er zijn gesprekken geweest met externe partijen die een tooling kunnen bieden. In 2024 wordt dit verder uitgewerkt.
  • De campagne ‘Mijn werknemer gaat met pensioen’ is uitgevoerd. Hiermee is voor werkgevers een handige toolkit ontwikkeld waarmee werkgevers in gesprek kunnen gaan met werknemers die bijna met pensioen gaan.

LinkedIn

Vanaf 1 januari 2023 lanceerde Oak Pensioen voor het eerst een eigen LinkedIn pagina. Deze pagina is bedoeld voor meer binding met onze achterban. De LinkedIn pagina richt zich voornamelijk op onze werkgevers. In 2023 is er elke week minimaal 1 post geplaatst op LinkedIn. Met uitzondering van de zomervakantie periode. De resultaten in het eerste jaar van de LinkedIn pagina zijn positief. Vooral de wat persoonlijkere posts werden goed gelezen. Bijvoorbeeld over het nieuwe eigen bestuursbureau.

Rebranding

Het grootste communicatiethema dat naast WTP speelde in 2023 was de rebranding van Pensioenfonds Meubel naar Oak Pensioen. We verzorgen de uitvoering van de pensioenregeling voor vier verschillende sectoren. We vinden het belangrijk dat onze naam past bij alle branches. Met onze nieuwe naam Oak Pensioen zijn we hierin geslaagd. Het is een naam die gemakkelijk te onthouden is. Robuust, sterk, vol karakter en met een knipoog naar de oorsprong. Oak staat voor een eik. Een boom van kracht, duurzaamheid en bescherming. Hét symbool van een lange levensduur. Er is hard aan gewerkt om de rebranding tijdig te realiseren. Met als resultaat een nieuwe naam en huisstijl. De overgang per 1 juli is succesvol afgerond en daarmee werd Oak Pensioen een feit.

Webinar WTP deelnemers

In het kader van de Wet toekomst pensioenen (WTP) is in 2023 besloten een webinar te houden. Dit webinar had als doel om deelnemers te informeren over de stand van zaken van het nieuwe pensioenstelsel in relatie tot Oak Pensioen. Ook werkgevers waren welkom. Het webinar, dat in oktober plaatsvond, werd erg goed ontvangen en bekeken. Gemiddeld gaven de kijkers een 8 als algemene beoordeling van het webinar. 

Andere wettelijke ontwikkelingen

Naast het nieuwe pensioenstelsel bereidt Oak Pensioen zich - in overleg met TKP - ook voor op andere wettelijke ontwikkelingen. De inwerkingtreding van de regeling om het voor deelnemers mogelijk te maken om bij pensioeningang een deel van hun pensioen op te nemen als een  “bedrag ineens” is opnieuw uitgesteld, en zal op zijn vroegst  op 1 januari 2025 ingaan.

Door de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen is per 1 juli 2023 tevens de verplichting gekomen om deelnemers actief te begeleiden bij hun pensioenkeuzes. Dit heet keuzebegeleiding. Wij vinden persoonlijke begeleiding van onze deelnemers belangrijk en gaan daarom keuzebegeleiding verder vormgeven met een mogelijkheid waarbij we onze deelnemers individueel kunnen ondersteunen in verschillende fases in hun leven. In 2024 zal dit verder worden uitgewerkt. De pensioenplanner op de website oakpensioen.nl is aangepast zodat wordt voldaan aan de wettelijke vereisten.

Voorbereidingen zijn getroffen voor een plan van aanpak in verband met de implementatie van de Digital Operational Resilience Act (DORA) per 1 januari 2025. Het gaat daarbij om strengere vereisten op het gebied van IT- en informatiebeveiliging.

Verder is gestart met de oprichting van de Geschilleninstantie Pensioenfondsen (GIP), door de overheid aangewezen als officiële instantie voor geschillenbeslechting waarbij pensioenfondsen verplicht aangesloten zijn. GIP is op 1 januari 2024 van start gegaan. 

Wijzigingen in de pensioenregelingen per 1 januari 2023

De franchise, opbouwpercentage en premie en de diverse grenzen (maximum pensioengevend salaris, wettelijke afkoopgrens) zijn gewijzigd per 1 januari 2023. Hierbij kent de pensioenregeling voor de sector houthandel enkele eigen parameters. De wijzigingen zijn doorgevoerd in de fondsdocumenten en verwerkt in de pensioenadministratie. Een specificatie van de wijzigingen in de pensioenregeling van de sector Meubelindustrie en meubileringsbedrijven, de sector Tentoonstellingsbouw, de sector Orgelbouw en die van de sector Houthandel is weergegeven in paragraaf 1.2 Pensioenregeling.

Pensioenconsulent

Sinds het voorjaar van 2020 heeft Oak Pensioen een pensioenconsulent. Deze heeft persoonlijk contact met (nieuwe) werkgevers en verzorgt bijeenkomsten in de regio of op locatie, voor werkgevers of voor groepen deelnemers.

Klachten en geschillen

Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Oak Pensioen kent daarom een klachten- en geschillenregeling. De administrateur rapporteert per kwartaal over de ontvangen vragen en klachten vanuit de deelnemers en werkgevers. Bij de bespreking van de rapportages wordt ingegaan of een vraag of een klacht incidenteel van aard is, of dat er een meer structurele oorzaak lijkt te zijn. Daarbij wordt beoordeeld of deze kan worden weggenomen door het wijzigen van het beleid of van een proces of in de communicatie.

In 2023 is het Reglement klachten en geschillen aangepast waarbij aansluiting is gezocht bij de Gedragslijn Goed omgaan met klachten van de Pensioenfederatie en de bepalingen uit de Wet toekomst pensioenen. De definitie van een klacht is verruimd naar: elke uiting van ongenoegen.

Luisteren naar deelnemers en daarnaar handelen biedt kansen om onze dienstverlening structureel te blijven verbeteren. Hierbij volgen we de geactualiseerde versie (11 september 2023) van de Gedragslijn Goed omgaan met Klachten. Deze gedragslijn is een vorm van zelfregulering waarmee leden van de Pensioenfederatie hebben vastgelegd wat het basisniveau is van hoe we als pensioenfondsensector willen omgaan met klachten. Hiermee wordt aangesloten bij de verwachtingen van onze deelnemers en zijn we goed voorbereid op de verwachte toestroom van vragen en klachten door de stelselwijziging. De geactualiseerde versie sluit aan bij de WTP. Daarbij hanteren we de bredere definitie van een klacht, elke uiting van ontevredenheid van een persoon gericht aan de pensioenuitvoerder. Met als vanzelfsprekend gevolg dat het aantal klachten toeneemt.

Het Reglement klachten en geschillen is in lijn gebracht met de nieuwe wetgeving en de gedragslijn. Dit houdt in dat een klacht in eerste instantie wordt behandeld door de administrateur en daarna, als geëscaleerde klacht, door het bestuur. Vervolgens kunnen betrokkenen zich vanaf 2024 wenden tot de nieuwe Geschilleninstantie Pensioenfondsen (GIP). GIP kent twee routes:

  • bemiddeling via de Ombudsman Pensioenen
  • geschilbehandeling bij de geschillencommissie

In onderstaand schema staan de aantallen klachten, geëscaleerde klachten en geschillen over 2023 toebedeeld aan een aantal vaste rubrieken zoals beschreven in de gedragslijn. In 2023 zijn 14 klachten ontvangen waarvan er vier niet naar tevredenheid van de deelnemers zijn afgewikkeld.

Onderverdeeld naar onderwerp (AFM classificatie) geeft dat het volgende beeld:

  totaal aantal waarvan geëscaleerd
o service en klantgerichtheid 2 0
o behandelingsduur 1 0
o informatieverstrekking 4 2
o deelnemersportaal 0 0
o keuzebegeleiding 0 0
o pensioenberekening en -betaling 1 0
o registratie werknemersgegevens/datakwaliteit 0 0
o toepassing wet- en regelgeving: algemeen 1 0
o toepassing wet- en regelgeving: invaren, transitie 1 0
o financiële situatie 2 1
o duurzaamheid 0 0
o overig 2 1
Totaal 14 4

Op dit moment is onze pensioenuitvoeringsorganisatie bezig met de inrichting van een periodieke meting van de klanttevredenheid over de behandeling van klachten. Deze wordt in de loop van 2024 operationeel. Ook zal dan op een stelselmatige wijze gekeken worden naar mogelijke verbeteringen die wij kunnen doorvoeren op basis van de ontvangen klantsignalen. In 2023 waren er 37 klantsignalen.

2.3.3 Financiële opzet

2.3.3.1 Financiële opzet en positie

Ontwikkeling dekkingsgraden 2023

Ontwikkeling dekkingsgraden 2023
  DG BDG VEV
31-12-2022 117,0% 121,0% 119,6%
31-01-2023 117,8% 121,1% 119,6%
28-02-2023 119,9% 121,3% 119,6%
31-03-2023 118,2% 120,9% 119,9%
30-04-2023 119,6% 120,6% 119,9%
31-05-2023 119,4% 120,3% 119,9%
30-06-2023 121,1% 120,3% 119,6%
31-07-2023 124,0% 120,7% 119,6%
31-08-2023 123,1% 120,6% 119,6%
30-09-2023 125,3% 121,0% 120,5%
31-10-2023 123,3% 121,0% 120,5%
30-11-2023 123,5% 121,0% 120,5%
31-12-2023 120,5% 121,3% 118,4%

De beleidsdekkingsgraad is in 2023 gestegen van 121,0% tot 121,3%. De beleidsdekkingsgraad is hoger dan de dekkingsgraad behorend bij het vereist eigen vermogen van 118,4% (2022: 119,6%). Daarmee is er eind 2023 geen sprake meer van een reservetekort. 

Ontwikkeling van de actuele dekkingsgraad

Ontwikkeling van de actuele dekkingsgraad

Herstelplan

Ook in 2023 hoeft Oak Pensioen geen herstelplan in te dienen, aangezien de beleidsdekkingsgraad per 31 december 2022 (121%) hoger was dan de dekkingsgraad behorend bij het vereist vermogen (119,6%).

Premiedekkingsgraad

De premiedekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen de in een jaar ontvangen premie en de toekomstige jaarlijkse uitkering die daarvoor kan worden ingekocht. Daarmee is de premiedekkingsgraad een indicator voor de toekomstige financiële ontwikkeling van een pensioenfonds. De rente is de afgelopen twee jaren weer gestegen, dit heeft tot gevolg dat de inkoop van toekomstige pensioenuitkeringen goedkoper is geworden. De premiedekkingsraad is de afgelopen twee jaren fors gestegen, van ongeveer 80% naar ruim 127%. Daarmee heeft de inkoop van nieuwe aanspraken in boekjaar 2023 geleid tot een (beperkte) stijging van de dekkingsgraad, terwijl eerder sprake is van een verlaging van de dekkingsgraad. Volgens het premiebeleid van het fonds wordt uitgegaan van een minimale premiedekkingsgraad van 90%. Als de premiedekkingsgraad lager is dan 90% wordt een kritische grens overschreden. De kans op voorwaardelijke indexatie van de pensioenrechten neemt dan af voor alle deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Daarom heeft het bestuur besloten dat er minimaal 90 cent per euro nieuw op te bouwen pensioenen moet binnenkomen. Bij voorkeur is dat 1 euro per euro nieuw op te bouwen pensioen (dan is de premiedekkingsgraad 100%). Het verschil van 10 cent wordt naar verwachting in de toekomst gefinancierd uit de beleggingsopbrengsten en mogelijk een stijging van de rente in de toekomst. In aanloop naar de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel heeft het bestuur bepaald geen gebruik te maken van het transitie-FTK omdat onder meer de kortingskans onder het transitie-FTK groter wordt en de indexatieverwachting op basis van de huidige ontwikkelingen minimaal is.

Inflatie

Een toename in de inflatie(verwachting) leidt tot een hogere nominale rente. Inflatie is dan gunstig voor de nominale dekkingsgraad, omdat de marktwaarde van de verplichtingen daalt. Daar staat tegenover dat bij een hogere rente ook de vastrentende beleggingen minder waard worden, wat een negatief effect heeft op de dekkingsgraad. Het uiteindelijke effect op de nominale dekkingsgraad wordt bepaald door het verschil in rentegevoeligheid van verplichtingen en bezittingen. Omdat voor de meeste fondsen de verplichtingen een langere gemiddelde looptijd hebben dan de bezittingen, is de rentegevoeligheid van de verplichtingen vaak groter. Een hogere inflatie verbetert dan de nominale dekkingsgraad. Voor zover inflatie geen effect heeft op de reële rente, leidt in het algemeen een inflatiemutatie niet tot een verandering in de marktwaarde van de reële verplichtingen. Een inflatiestijging beïnvloedt de reële dekkingsgraad dan uitsluitend via een waardedaling van de nominale bezittingen. Dat betekent, in tegenstelling tot de nominale dekkingsgraad, dat de reële dekkingsgraad verslechtert als de inflatie toeneemt.
De reële dekkingsgraad daalde afgelopen twee jaren van 92,2% naar 89,2%.
In 2.3.4.1 wordt nader ingegaan op de effecten van de inflatie op de beleggingen.

2.3.3.2 Actuariële analyse van het resultaat

Oordeel van de externe actuaris over de financiële positie

De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld.

Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum hoger dan het wettelijk vereist eigen vermogen.

Voldaan is aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet.

Het oordeel over de vermogenspositie is: voldoende. Daarbij is in aanmerking genomen dat de mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen beperkt zijn. 

Analyse van het resultaat

In onderstaand overzicht is de actuariële analyse van het saldo van baten en lasten opgenomen: 

(bedragen x € 1.000) 2023 2022
     
Resultaat wijziging rentetermijnstructuur -127.563 1.656.961
Resultaat beleggingsopbrengsten 298.690 -1.764.535
Resultaat premie 30.752 -18.934
Resultaat waardeoverdrachten 486 -463
Resultaat kosten -15 -93
Resultaat uitkeringen -2.924 -1.804
Resultaat op kanssystemen -289 3.873
Resultaat toeslagverlening -145 -245.862
Resultaat wijziging actuariële grondslagen -12.660 -13.924
Resultaat andere oorzaken -112 -748
     
Totaal resultaat 186.220 -385.529

Kostendekkende premie

Het pensioenfonds voldoet aan de eis dat de feitelijke premie minimaal gelijk moet zijn aan de gedempte kostendekkende premie.

(bedragen x € 1.000)        
Premie voor risico pensioenfonds   Zuiver Gedempt Feitelijk
         
. Actuarieel benodigde koopsom regulier 100.265 67.604 125.570
  risicopremie 4.012 3.512 3.512
. Opslag voor vereist eigen vermogen   22.166 15.472 5.546
. Opslag voor uitvoeringskosten   10.599 9.604 11.518
. Risicopremie arbeidsongeschiktheid   5.692 5.692 5.692
. Premie voorwaardelijke onderdelen   0 36.314 0
Toetswaarde premie   142.734 138.198 151.838

Premiebeleid

Bij vaststelling van de premie wordt rekening gehouden met de verwachtingen op de lange termijn inzake toekomstige salaris-, toeslag- en bestandsontwikkelingen, alsmede met de verwachtingen voor de lange termijn inzake beleggingsrendementen. Dit zijn op dit moment de maximale toegestane parameters. Het premiebeleid wordt telkens voor een bepaalde periode vastgesteld mede op grond van een periodiek uit te voeren ALM-studie en de daarin opgenomen veronderstellingen. De kostendekkendheid van de premie speelt een belangrijke rol en met de haalbaarheidstoets wordt getoetst of het gekozen premiebeleid haalbaar en realistisch is.

2.3.3.3 Niet kunnen indexeren

Toeslagbeleid

Oak Pensioen voert een pensioenregeling uit met een voorwaardelijke indexatieambitie op basis van de algemene prijsindex. De mate van toeslagverlening wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld en is afhankelijk van de financiële positie van Oak Pensioen. De financiële positie is gebaseerd op de beleidsdekkingsgraad zoals vastgesteld voorafgaand aan de laatste bestuursvergadering van het jaar. 

Geen toeslagverlening per 1 januari 2024

Het bestuur heeft in het verslagjaar besloten om per 1 januari 2024 geen toeslag te verlenen. Op basis van het toeslagbeleid kon per 1 januari 2024 niet worden overgegaan tot een verhoging.

Eén van de vereisten is dat de dekkingsgraad voldoende hoog is. Dat was het geval. Een andere vereiste is dat de pensioenen alleen mogen worden verhoogd als de prijzen zijn gestegen. Echter de prijzen, gemeten over de periode september 2022- september 2023 waren gedaald met 1,4%. Daarmee was er geen ruimte om de pensioenen te verhogen.  

Geen gebruik van tijdelijke algemene maatregel van bestuur (AMVB)

Het bestuur heeft, net als in 2022, besloten geen gebruik te maken van de verruimde mogelijkheid tot indexatie op grond van de algemene maatregel van bestuur (AMVB 2023), die de mogelijkheid biedt om een aanvullende toeslag te verlenen per 1 januari 2023 als op dat moment niet de volledige toeslag is verleend. Het bestuur wil vooral een consistent beleid voeren en geeft daarmee voorrang aan het hebben van een voldoende hoge buffer bij het invaren naar het nieuwe stelsel boven het verlenen van een aanvullende toeslag.

Indexatie-achterstand sectoren Meubelindustrie, Orgelbouw en Tentoonstellingsbouw

De indexatie ambitie per 1 januari 2024 bedraagt 0% (1 januari 2023: 17,16%). De gemiste inhaalindexatie per 1 januari 2024 bedraagt 0% (1 januari 2023: 10,36%). Het verschil tussen de toeslag volgens de toeslagambitie en de daadwerkelijk toegekende toeslagverlening over de periode vanaf 1 januari 2009 tot en met 1 januari 2024 bedraagt 29,55% (1 januari 2023: 29,55%) voor zowel deelnemers als gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. 

Indexatie-achterstand sector Houthandel

De indexatie-achterstand voor de voormalige deelnemers van Bpf Houthandel per 1 januari 2024 bedraagt 21,32% (per 1 januari 2023: 21,32%) voor zowel deelnemers als gewezen deelnemers en pensioengerechtigden.

2.3.3.4 Risicohouding

Oak Pensioen heeft in 2021 een ALM studie uitgevoerd en op basis hiervan een nieuw lange termijn strategisch beleggingsbeleid geformuleerd. Onderdeel van de ALM studie in 2021 was het evalueren en herijken van de bestaande risicohouding. 

De risicohouding van een pensioenfonds, bedoeld in artikel 102a van de Pensioenwet, wordt gedefinieerd als:

  • de mate waarin een pensioenfonds, na overleg met sociale partners en het verantwoordingsorgaan, bereid is risico’s te lopen; én
  • de mate waarin het pensioenfonds risico’s loopt, gegeven de kenmerken van het pensioenfonds.

Oak Pensioen heeft, in samenspraak met sociale partners en het verantwoordingsorgaan, naast de wettelijke risicohouding op korte en lange termijn aanvullende kwantitatieve en kwalitatieve beleidsuitgangspunten gedefinieerd vanuit een startdekkingsgraad van 110%. Aanvullende maatstaven kwantificeren de afweging tussen ‘welke risico’s zijn acceptabel’ en ‘hoeveel toeslag wordt nagestreefd’. Een tweetal maatstaven geven hierbij het opwaarts potentieel weer, namelijk de mediaan toeslagverlening (hoeveel procent van de maatstaf kan het pensioenfonds gedurende een 15-jaars horizon waarmaken) en de verwachte koopkracht na 15 jaar. Een tweetal maatstaven kwantificeren de vraag hoeveel risico acceptabel wordt geacht: de jaarlijkse kans op een korting en de verwachte omvang van een korting. 

Vanuit de evaluatie heeft het bestuur geconcludeerd dat de bestaande risicohouding niet afwijkt van de risicohouding zoals vastgesteld in 2018 en dat deze kan worden gehandhaafd. Tegelijkertijd was het wenselijk de bestaande kwantitatieve criteria uit te breiden met criteria die nader ingaan op de risico’s. Om tegelijkertijd invulling te geven aan de input van deelnemers en het Breed Beraad, is in de ALM-studie de impact onderzocht van het verlagen van het risicoprofiel. Hiermee werd de kans op toeslag wat kleiner, maar deze bleef mogelijk boven de gestelde grens. De kans op korten en de omvang van de korting werden dan ook kleiner. Oak Pensioen houdt ook rekening met de komst van het nieuwe pensioencontract, waarbij grote wijzigingen niet wenselijk zijn. 

Op basis van een uitgebreide discussie over de bestaande beleidsuitgangspunten en mogelijke nieuwe beleidsuitgangspunten behorende bij een lagere risicohouding is besloten om de bestaande kwalitatieve en kwantitatieve beleidsuitgangspunten en grenzen van de risicohouding te handhaven en daar het volgende aan toe te voegen:

  • Grenzen voor de twee nieuwe aanvullende risicomaatstaven: omvang korting 1e percentiel en koopkracht 5e percentiel.
  • De prioritering van de zes beleidsuitgangspunten waarbij de bestaande twee risicomaatstaven zwaarder wegen dan de ambitiemaatstaven en de twee aanvullende maatstaven.

Zie hiervoor onderstaand overzicht in tabel 1.

Beleidsuitgangspunten voor de lange termijn kwantitatieve risicohouding

De risicohouding voor de lange termijn komt tot uitdrukking in de gekozen ondergrenzen voor de haalbaarheidstoets en voor de korte termijn in de hoogte van het vereist eigen vermogen of een bandbreedte hiervoor.

Risicohouding lange termijn

Voor toepassing binnen de haalbaarheidstoets heeft het bestuur op basis van de aangegeven risicohouding de volgende grenzen gedefinieerd:

  • ondergrens voor het verwacht pensioenresultaat startend vanuit de vereiste financiële positie: 100%;
  • ondergrens voor het verwacht pensioenresultaat startend vanuit de feitelijke financiële positie: 100%;
  • maximale afwijking verwacht pensioenresultaat bij slechtweerscenario vanuit de feitelijke financiële positie: 50%.

Oak Pensioen houdt bij het bepalen van het beleggingsbeleid rekening met deze risicohouding.  

Risicohouding korte termijn

De risicohouding op korte termijn wordt vertaald in het vereist eigen vermogen en een bandbreedte daarom heen. Oak Pensioen hanteert harde bandbreedten voor het vereiste eigen vermogen met een minimum van 116% en een maximum van 121%. Het moment van toetsing van de bandbreedte is einde van het jaar. Per ultimo 2023 bevindt het vereist eigen vermogen zich binnen de vastgestelde bandbreedte.  

Tabel 1 bevat de aanvullende kwantitatieve beleidsuitgangspunten voor het neerwaarts risico en de toeslagambitie. 

Tabel 1: Kwantitatieve lange termijn beleidsuitgangspunten

Kwantitatieve lange termijn Beleidsuitgangspunten Grens Prioriteit
Mediaan toeslagrealisatie (% van de maatstaf) Minimaal 60% 2
Mediaan koopkracht Minimaal 94% 2
Jaarlijkse kans op korting Maximaal 3% 1
Omvang korting (zonder uitsmeren) Maximaal 10% 1
Omvang korting 1e percentiel (zonder uittsmeren) Maximaal 30% 3
Koopkracht 5e percentiel Minimaal 70% 3

De volgende kwalitatieve beleidsuitgangspunten zijn door het bestuur vastgesteld:

  • Oak Pensioen streeft een koopkrachtbestendig pensioen na, maar vindt het belangrijk dat de neerwaartse risico’s (kans op kortingen) acceptabel zijn;
  • Beleidsuitgangspunten worden vastgesteld en getoetst vanuit de toetsdekkingsgraad (110%), om zo niet afhankelijk te zijn van momentopnames;
  • Bij de bepaling van de risicohouding en de beleidsuitgangspunten wordt rekening gehouden met de uitkomsten van een risicobereidheidsonderzoek onder de deelnemers;
  • Oak Pensioen erkent dat bij fors lagere dekkingsgraden dan de toetsdekkingsgraad de uitkomsten aanzienlijk slechter zullen zijn dan nu in de kwantitatieve beleidsuitgangspunten:
    • Partijen accepteren dit hogere risico in tijden dat het slecht gaat en passen niet automatisch het risicoprofiel aan.
  • Oak Pensioen erkent dat bij fors hogere dekkingsgraden dan de toetsdekkingsgraad de uitkomsten aanzienlijk beter zullen zijn dan nu in de kwantitatieve beleidsuitgangspunten:
    • Partijen accepteren dit en passen niet automatisch het risicoprofiel aan.
  • Oak Pensioen streeft met sociale partners naar een stabiele premie. 

De kwalitatieve en kwantitatieve beleidsuitgangspunten worden periodiek door het bestuur en Sociale Partners gezamenlijk besproken en waar nodig herijkt. Tussentijds kan dit ook, bijvoorbeeld bij significante wijzigingen in economische omstandigheden, wijzigingen in wet- en regelgeving, of een structureel significante hogere of lagere financiële positie dan de toetsdekkingsgraad (110%). 

2.3.3.5 Haalbaarheidstoets

De haalbaarheidstoets is een onderdeel van het financieel toetsingskader (FTK). De haalbaarheidstoets bestaat uit een aanvangshaalbaarheidstoets en een jaarlijkse haalbaarheidstoets. De aanvangshaalbaarheidstoets geeft over een periode van 60 jaar inzicht in de samenhang tussen de financiële opzet, het verwachte pensioenresultaat en de risico’s die daarbij gelopen worden. Bij de jaarlijkse haalbaarheidstoets wordt vanuit de feitelijke financiële positie van het pensioenfonds beoordeeld in hoeverre (nog) wordt voldaan aan de normering die het pensioenfonds heeft gekozen bij de laatste aanvangshaalbaarheidstoets.

 In de aanvangshaalbaarheidstoets worden ondergrenzen afgesproken voor het verwachte pensioenresultaat en het pensioenresultaat in slecht weer. De afgesproken ondergrenzen hebben een signaalfunctie. Wanneer bijvoorbeeld onverhoopt de financiële positie verslechtert of wanneer de economische vooruitzichten veranderen, zullen ook het verwachte pensioenresultaat en het pensioenresultaat in slecht weer veranderen. De jaarlijkse haalbaarheidstoets berekent periodiek het verwachte pensioenresultaat en het pensioenresultaat in slecht weer en bekijkt of deze nog boven de afgesproken ondergrenzen liggen. Worden de grenzen overschreden dan geeft dit aanleiding tot overleg tussen het bestuur en sociale partners.

 In mei 2023 is de haalbaarheidstoets uitgevoerd. Hieruit blijkt dat niet wordt voldaan aan de gedefinieerde ondergrens van het verwachte pensioenresultaat. Het pensioenresultaat is gedurende 2022 afgenomen. De daling ten opzichte van het pensioenresultaat van vorig jaar wordt met name verklaard door een toename van de toeslagachterstand. Daarnaast zorgt de lagere startdekkingsgraad voor een daling van het verwachte pensioenresultaat.

Door de daling van het pensioenresultaat vallen de uitkomsten van de haalbaarheidstoets net als vorig jaar niet meer binnen de vastgestelde grenzen: 92,3% (2022: 99,0%) bij een ondergrens van 100%.

Omdat niet voldaan is aan de ondergrens treedt het bestuur in overleg met sociale partners.
Geconstateerd is dat gezien de korte periode tot aan de overgang naar de nieuwe pensioenregelging eventuele maatregelen om bij te sturen geen effect meer hebben. Na de transitie zal bezien worden op welke wijze kan worden bijgestuurd.
De uitkomsten van de haalbaarheidstoets zijn tijdig bij DNB ingediend.

2.3.4 Vermogensbeheer

2.3.4.1 Terugblik 2023

In 2022 werd de wereldeconomie nog volop geconfronteerd met de opstartproblemen na de covid lockdowns en wierp de oorlog in Oekraïne zijn schaduw over met name de energiezekerheid van de Europese economie. Hieruit volgde een grote stijging in inflatie, wat de centrale banken tot een historische koerswijziging noopten. Uiteraard liet dit de financiële markten niet onberoerd, maar het leidde daarnaast tot sombere groeivooruitzichten voor 2023.

Economische groei

De wereldeconomie bleek in 2023 veerkrachtiger dan verwacht. Alhoewel de groei lager ligt dan voor de pandemie, is deze nog steeds 3% (reëel, IMF). Terwijl de Verenigde Staten op 2,1% zitten, blijft Europa steken op 1%. Het herstel in China zwakker is dan verwacht door de situatie op de vastgoedmarkt, waar de groei uitkomt op 5%. India groeit met 6,3%. De hogere staatsschulden zijn wel een donkere wolk die boven de markt hangen.

Geopolitiek

In de geopolitieke sfeer bleven de spanningen door de oorlog in Oekraïne aanhouden. Ondanks dat het conflict reeds bijna twee jaar duurt, zijn er nog geen aanwijzingen voor een einde van de vijandelijkheden, ondanks de inspanningen vanuit China. Vanuit de Verenigde Staten blijft de steun voor Oekraïne hoog vanuit de huidige regering. In de Europese Unie klinken meer kritische geluiden, maar ook hier steunen veel regeringen de Oekraïense zaak. Ook in het Midden-Oosten lopen de spanningen op door een aanval van Hamas uit de Gazastrook en de Israëlische reactie op de aanval en de gijzelingen hieruit. De Verenigde Staten lijken Israël te blijven steunen, maar de rest van de wereld wordt alsmaar kritischer. Opkomende landen laten hierin steeds explicieter hun stem horen. Aan het einde van het jaar heeft Zuid-Afrika zelfs Israël aangeklaagd bij het Internationaal Gerechtshof. Ondertussen blijft China doorgaan met haar Belt and Road Initiative en breidt daarmee haar invloed uit. In 2023 bedraagt de totale investering van China meer dan 1 biljoen dollar. De afbetalingen van de leningen blijft een heikel punt, doordat China niet in de Club van Parijs zit. In Afrika lijken meer landen Europese invloed af te wijzen, wat leidt tot staatsgrepen. Voor militaire invloed kijken deze landen vaker naar Rusland, die met hun Wagner groep effectiever kan ingrijpen in gebieden waar islamitische organisaties met geweld de macht proberen te grijpen. Ook in Soedan en Ethiopië laaien conflicten op.

Politiek

In de Verenigde Staten zijn het politiek volatiele tijden. Bij de presidentiële verkiezing in 2024 lijkt wederom een strijd tussen Joe Biden en Donald Trump te worden. De laatstgenoemde gebruikt de rechtszaken die tegen hem worden gevoerd als campagnemateriaal. In de Europese Unie wordt voorbereid op de wisseling van de Europese Commissie. Met het vertrek van Merkel is een kleinere Duitse invloed in de Commissie niet uit te sluiten. Ook de verkiezingen in een aantal van de lidstaten hebben interessante consequenties. In Polen is een meer pro- Europese regering aan de macht gekomen, terwijl Slowakije de andere route bewandeld. In Spanje heeft de conservatieve partij gewonnen, terwijl de socialisten met Catalaanse support een omstreden regering vormen. Een vorming van een Nederlandse regering is na de verkiezingen in november in gang gezet, waarbij de oude politieke leiders zich focussen op nieuwe uitdagingen en nieuwe politieke partijen en leiders zich op de formatie storten.

Inflatie

De hoge inflatie bleef een probleem in 2023, al zwakte deze in westerse landen geleidelijk af. Centrale banken verhoogden hun rente fors. De Federal Reserve in de Verenigde Staten heeft haar rente vier keer verhoogd in 2023. Hiermee is de rente uitgekomen op 5,5%, ten opzichte van 0,25% begin 2022. In Europa heeft de ECB de rente zes keer verhoogd, waarmee de rente op 4% komt. In de westerse wereld zijn de rentestijgingen nog niet ten koste gegaan van economische groei of werkgelegenheid. Ondertussen werd in het vierde kwartaal alweer volop gespeculeerd over renteverlagingen.

Financiële markten

In maart raakten vier Amerikaanse banken in de problemen, waarop er drie failliet gingen en één werd overgenomen. De Federal Reserve greep hierop in door middel van het Bank Term Funding Program, waarmee meer stabiliteit in de banksector werd gebracht. In navolging hierop namen verschillende centrale banken vergelijkbare maatregelen.
De wereldwijde aandelenmarkten rendeerden in 2023 goed. In Amerika werd een groot gedeelte van dit rendement gemaakt door een zevental bedrijven die profiteerden van de profilering van AI. Pacifische, Europese en Japanse aandelen behaalden ook rendementen boven 15%. Aandelen in emerging markets bleven achter qua rendement met slechts een kleine 10%. Tot en met het derde kwartaal leken obligatiemarkten minder te gaan presteren in 2023. De hausse in het vierde kwartaal, met verwachtingen van spoedige rentedalingen, zorgde ook hier voor positieve rendementen. 

2.3.4.2 Returnportefeuille

In 2020 heeft Oak Pensioen de kaderstelling voor de beleggingscategorie niet-beursgenoteerd vastgoed aangepast. De belangrijkste wijziging is de aanpassing van Nederlands naar Europees vastgoed. De verschillen tussen de huidige en de gewenste invulling van deze beleggingscategorie zijn in kaart gebracht. Vanuit deze analyse is in 2021 met de fiduciair adviseur een selectietraject voor niet-beursgenoteerd vastgoed doorlopen. Het resultaat van dit traject is dat Oak Pensioen heeft besloten afscheid te nemen van de huidige manager SAREF voor niet-beursgenoteerd vastgoed. SAREF blijft de beheerder van het zorgvastgoed. Oak Pensioen heeft twee nieuwe managers Franklin Templeton en M&G Real Estate aangesteld. De implementatie is in 2022 gestart, waarbij de verwachting is dat in 2024 de beleggingscategorie niet-beursgenoteerd vastgoed volledig ingevuld zal zijn.

 Ultimo 2020 is de investment case voor de nieuwe categorie private debt (niet-beursgenoteerde bedrijfsleningen) vastgesteld. In 2021 is deze categorie meegenomen in de ALM- en in de portefeuilleconstructie studie en als passend beoordeeld. Op basis van de door het bestuur vastgestelde kaderstelling is in 2022 het selectietraject uitgevoerd waaruit Barings als manager is geselecteerd. Eind 2022 is begonnen met de allocatie van gelden naar deze beleggingscategorie en dit zal in 2024 naar verwachting volledig zijn ingevuld. 

2.3.4.3 Behaalde rendementen

De behaalde netto rendementen over 2023 zijn in onderstaande tabel opgenomen:

Categorie Rendement portefeuille Rendement benchmark
     
Returnportefeuille 9,7% 10,8%
. Aandelen 18,1% 17,7%
. Vastrentende waarden 9,1% 8,2%
. Hypotheken 2,1% 6,6%
. Beursgenoteerd vastgoed * -/- 3,3% -/- 1,1%
. Niet-beursgenoteerd vastgoed -/- 8,8% -/- 8,8%
. Private debt 4,8% 4,8%
Matchingportefeuille 5,6% 5,6%
Totaal excl. currency overlay 9,1% 9,7%
Totaal incl. currency overlay 9,5% 10,2%

Er was sprake van een positief rendement op de totale portefeuille van 9,5%. De volgende onderdelen hebben positief bijgedragen aan dit resultaat:

  • Aandelen behaalden een fors positief rendement
  • Een positief resultaat op zowel de return- als de matchingportefeuille
  • Een positief allocatie effect is ontstaan door de allocatie naar aandelen
  • Een positief selectie effect in de vorm van outperformance voor aandelen wereldwijd
  • Een positief selectie effect in de vorm van outperformance voor bedrijfsobligaties en opkomende landen

Een negatieve bijdrage aan dit resultaat komt vanuit:

  • Vastgoed behaalden een negatief resultaat
  • Een negatief allocatie effect is ontstaan door de verhouding tussen matching- en return en de weging naar beursgenoteerd vastgoed;
  • Een negatief selectie effect in de vorm van underperformance voor hypotheken. 

2.3.4.4 Strategisch beleggingsbeleid

Om in de toekomst voldoende pensioen te kunnen uitkeren, belegt Oak Pensioen de ingelegde gelden in diverse beleggingscategorieën. Op basis van lange termijn ALM-studies wordt bekeken welk beleggingsbeleid het beste past bij de verplichtingenstructuur, de doelstelling en uitgangspunten van Oak Pensioen. Ieder jaar stelt Oak Pensioen een normportefeuille vast. Uitgangspunten van het beleid zijn onder meer een goede spreiding van risico’s, het (deels) afdekken van risico’s waar geen rendement van wordt verwacht en voldoende liquiditeit. Daarnaast wil Oak Pensioen alleen beleggen in transparante, niet-complexe beleggingscategorieën. 

In 2021 heeft het fonds een nieuwe ALM-studie uitgevoerd en is er gekomen tot het strategisch beleggingsbeleid voor 2022-2024 zoals hieronder omschreven. 

Strategisch beleggingsbeleid 2022-2024
Matchingportefeuille 29%
Returnportefeuille 71%
. Aandelen (ontwikkelde en opkomende landen) 34%
. Vastrentende waarden (credits, EMD en High Yield) 12%
. Vastgoed (niet-beursgenoteerd) 10%
. Hypotheken 10%
. Grondstoffen 0%
. Private Debt 5%
Renteafdekking * 80%
Valuta afdekking ** 100%

2.3.4.5 Z-score

De Z-score wordt ieder jaar berekend en laat het verschil zien tussen het werkelijke rendement van de portefeuille en het rendement van de benchmark (een vergelijkingsmaatstaf). Een positief getal betekent dat de beleggingen van Oak Pensioen beter hebben gerendeerd dan de markt; bij een negatief getal geldt het omgekeerde. Bij de berekening worden ook de kosten van het vermogensbeheer in de beschouwing opgenomen.

 Naast de jaarlijks berekende Z-score wordt een zogenaamde performancetoets gedaan, waarin de Z-scores over een periode van 5 jaren worden berekend. In het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 is opgenomen dat er vrijstelling van de verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds kan worden verleend als de performancetoets lager is dan -1,28. Het feitelijk behaalde rendement van het pensioenfonds wijkt dan behoorlijk negatief af van de benchmark.

De Z-score voor het jaar 2023 bedraagt -/- 0,39.
De Z-score is voor het tweede jaar negatief. Dat is teleurstellend, maar is goed verklaarbaar en is geen reden beleidswijzigingen door te voeren. De oorzaak zit in een overwogen positie in vastgoed en twee slechte jaren voor hypotheken. Vastgoed kon als illiquide belegging niet direct afgebouwd worden.  Voor hypotheken wordt het rendement vergeleken met de marktrente. Beide categorieën hebben een belangrijke rol in de hele portefeuille voor de spreiding van het risico. Dit is gebaseerd op ons strategische ALM beleid.

Voor de vier voorgaande jaren gelden de volgende Z-scores:

  • 2019:      1,87
  • 2020:     0,51
  • 2021:      1,04
  • 2022:     -0.90

Op basis van deze Z-scores komt de performancetoets voor 2023 uit op 0,95 waarmee geen vrijstelling van de verplichtstelling kan worden verleend.

2.3.4.6 Duurzaam beleggen

In 2022 heeft Oak Pensioen haar ambitie duurzaam beleggen herijkt. In dit verslag zijn de uitkomsten van de herijking opgenomen:

  • de ambitie duurzaam beleggen;
  • wet- en regelgeving;
  • mening van de stakeholders;
  • doelstellingen beleid duurzaam beleggen 2022-2025.

 Vervolgens wordt een toelichting gegeven op de resultaten van het beleid duurzaam beleggen in 2023. 

Ambitie duurzaam beleggen (overtuiging en algemene uitgangspunten)

Oak Pensioen heeft in haar investment beliefs ten aanzien van duurzaam beleggen het volgende opgenomen: 

“ Oak Pensioen gelooft erin dat ondernemingen die rekening houden met duurzaamheid op de lange termijn bijdragen aan een verbetering van het risico- en rendementsprofiel. Tegelijkertijd gaat de verantwoordelijkheid van het pensioenfonds verder dan een goede risicorendements-afweging. Ons pensioenfonds heeft als lange termijn belegger eveneens een duurzame functie.”

Hetzelfde geldt voor de vermogensbeheerorganisaties waar Oak Pensioen mee samenwerkt. Deze partijen dienen te voldoen aan de door het bestuur vastgestelde criteria. Daarnaast dienen partijen te voldoen aan (Europese) wet- en regelgeving zoals de regelgeving ten aanzien van beleggingen, communicatie, risicomanagement en transparantie ten aanzien van duurzaamheid.

 Oak Pensioen integreert het aspect ‘duurzaamheid’ in de totale beleggingscyclus. Oak Pensioen streeft naar een evenwicht tussen rendement, risico en maatschappelijke impact. Ook aspecten als transparantie en uitlegbaarheid kunnen meespelen in de overwegingen.

Diverse (inter)nationale verdragen en gedragscodes vormen het uitgangspunt voor de invulling van het beleggingsbeleid. 

Oak Pensioen heeft de volgende thematische aandachtsgebieden vanuit de achtergrond als werkgever in de meubelindustrie in volgorde van belangrijkheid vastgesteld:

  • Klimaatverandering (milieu);
  • Arbeidsnormen;
  • Verantwoorde consumptie en productie (milieu);
  • Goede gezondheid en welzijn;
  • Bijdragen aan de afschaffing van kinderarbeid

Oak Pensioen belegt zowel via collectieve beleggingsfondsen als via discretionaire mandaten. Bij de discretionaire mandaten heeft Oak Pensioen direct invloed en kan haar eigen beleid volledig implementeren. Hiervoor gebruikt Oak Pensioen de volgende verschillende instrumenten:

  • Engagement. Oak Pensioen gaat op een constructieve wijze de dialoog aan met ondernemingen die betrokken zijn bij schendingen van fundamentele uitgangspunten op het gebied van milieu, sociaal beleid en governance (normatief engagementprogramma). Het doel is om verbeteringen door te voeren in de bedrijfsvoering op het gebied van de corporate governance, de maatschappij en het milieu. Daarnaast voert Oak Pensioen een thematisch engagementprogramma. Hierbij is het doel om op thema’s het gesprek met ondernemingen aan te gaan om een positieve impact op ESG-criteria te maken.;
  • Stemmen. Oak Pensioen maakt gebruik van haar stemrecht. Hierbij wordt gekeken naar de context waarin een onderneming opereert en wordt ondernemingen gevraagd hun beleid toe te lichten. Ook bij een tegenstem wordt een uitgebreide toelichting gestuurd over de reden van de tegenstem;
  • Insluiten. Oak Pensioen belegt waar mogelijk meer in ondernemingen die voorop lopen en ondernemingen die kunnen worden aangezet tot verbeteringen;
  • Uitsluitingen. Oak Pensioen belegt niet in ondernemingen die de principes van de UN Global Compact in grove mate schenden. Daarnaast voldoet Oak Pensioen aan de wettelijke verplichtingen ten aanzien van ondernemingen met activiteiten in de wapenindustrie. Waar mogelijk sluit Oak Pensioen ook beleggingen uit gekoppeld aan de thema’s van Oak Pensioen waaronder klimaatverandering en goede gezondheid en welzijn, zoals bijvoorbeeld:
    • Ondernemingen met een hoge koolstofintensiteit;
    • Ondernemingen die betrokken zijn bij de productie of de verkoop van tabak;
  • Oak Pensioen sluit niet alleen ondernemingen uit, maar ook landen. De basis voor het uitsluiten van staatsobligaties van landen wordt gevormd door de internationale verdragen die Nederland heeft ondertekend, of waaraan Nederland door het EU- en VN-lidmaatschap is gebonden. Dit is nog niet vastgelegd in een landenbeleid.
  • NB: momenteel worden geen uitsluitingen toegepast voor de beleggingscategorieën EMD LC, beursgenoteerd vastgoed en Private Debt. Hierbij heeft Oak Pensioen een zorgvuldige afweging gemaakt tussen het toepassen van uitsluitingscriteria en de bijbehorende kosten of impact op het rendement.
  • Impactbeleggingen. Oak Pensioen belegt in bedrijven en initiatieven die een bewust en meetbare positieve bijdragen leveren op duurzaam gebied. 

Oak Pensioen geeft invulling aan haar verantwoordelijkheid ten aanzien van verduurzaming door gebruik te maken van alle beschikbare instrumenten door de gehele portefeuille. Het is niet mogelijk om voor elke beleggingscategorie gebruik te maken van alle instrumenten.

Wet- en regelgeving

Oak Pensioen heeft in 2018 het IMVB-convenant ondertekend (Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Beleggen), waarbij het pensioenfonds heeft gekozen voor het “Brede spoor”. Hiermee verbindt het pensioenfonds zich aan de implementatie van de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en van de Verenigde Naties (UNGP’s). De richtlijnen zijn erop gericht om negatieve effecten van een onderneming (of de keten erachter) in kaart te brengen, te prioriteren en te adresseren. Hiertoe zijn richtlijnen opgenomen in het beleid van het pensioenfonds, in de uitbesteding aan externe dienstverleners en in de monitoring en rapportage van de pensioenfondsen daarover.

Op 10 maart 2021 is de Europese Verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiële dienstensector de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) in werking getreden. De SFDR is onderdeel van het EU Actieplan Duurzame Financiering en bevat nieuwe regels over informatieverschaffing over duurzaamheid van beleggingen. In dit kader heeft Oak Pensioen het volgende verklaard:

  • Oak Pensioen weegt de belangrijkste negatieve impact op duurzaamheidsfactoren mee in investeringsbeslissingen (hiermee kiest Oak Pensioen niet voor de zogenaamde ‘opt out’);
  • Oak Pensioen kiest voor een artikel 8 classificatie, wat betekent dat de pensioenregeling classificeert als een financieel product met duurzame kenmerken.

De EU Taxonomie is een raamwerk aan de hand waarvan wordt beoordeeld of economische activiteiten bijdragen aan milieudoelstellingen. Vooralsnog heeft Oak Pensioen geen concrete doelstellingen om te beleggen in ecologisch duurzame economische activiteiten vanuit de Taxonomie verordening. Er is vooralsnog ook beperkte betrouwbare data beschikbaar. 

Mening stakeholders

Oak Pensioen is doorlopend in gesprek met haar stakeholders, ook over duurzaamheid. Zo zijn zowel de deelnemers, het verantwoordingsorgaan als de brancheorganisatie gevraagd naar hun mening over duurzaam beleggen van Oak Pensioen.

Om de mening van al onze deelnemers te kennen, heeft Oak Pensioen in zowel in 2019 als in 2020 een deelnemersenquête gehouden. Op beide enquêtes is een grote respons geweest en de belangrijkste conclusies zijn:

  • Deelnemers van Oak Pensioen vinden duurzaamheid een belangrijk onderwerp en deelnemers willen dat Oak Pensioen hier rekening mee houdt;
  • Een meerderheid van de deelnemers is niet tegen het maken van kosten voor duurzaamheid;
  • De resultaten tonen draagvlak voor de keuzes die Oak Pensioen op het gebied van duurzaamheid heeft gemaakt voor wat betreft thema’s en uitsluitingen. De thema’s zijn op verzoek van deelnemers in 2019 uitgebreid met het thema gezondheid. Daarnaast hebben deelnemers een voorkeur voor sociale ten opzichte van milieu thema’s.

In 2021 is een vergelijkbaar onderzoek onder het verantwoordingsorgaan gehouden. Het verantwoordingsorgaan onderschrijft de bevindingen vanuit het deelnemersonderzoek. Aanvullend daarop geeft het verantwoordingsorgaan aan dat duurzaamheid nog belangrijker is geworden door recente klimaatontwikkelingen. Daarbij wil een nipte meerderheid van het verantwoordingsorgaan de fossiele industrie niet meteen volledig uitsluiten, maar hier in eerste instantie het gesprek mee aangaan. Naast de bestaande thema’s vraagt het verantwoordingsorgaan extra aandacht voor de thema’s: verantwoorde consumptie en productie, geen honger, eerlijk werk en economische groei en industrie, innovatie en infrastructuur. 

Doelstellingen beleid duurzaam beleggen 2022-2025

Oak Pensioen heeft de volgende doelstellingen geformuleerd:

  • De totale portefeuille van Oak Pensioen voldoet in 2024 aan minimum normen en waarden. Dit houdt in dat wordt voldaan aan de wet- en regelgeving m.b.t. clustermunitie en dat er in de portefeuille geen beleggingen in ondernemingen zijn opgenomen die een van de tien universele principes van de Global Compact structureel en in grove mate schenden.
  • Oak Pensioen heeft een duurzame functie en draagt met de beleggingsportefeuille bewust en meetbaar bij aan een duurzame wereld.
    • Oak Pensioen heeft een doelpercentage van minimaal 10% voor duurzame obligaties binnen de obligaties in de matchingportefeuille.
  • Oak Pensioen heeft een duurzame functie en draagt met de beleggingsportefeuille bewust en meetbaar bij aan een duurzame wereld en specifiek aan een beter milieu.
    • In 2030 50% reductie ten opzichte van 2019
    • In 2050 is de beleggingsportefeuille klimaatneutraal

Om deze doelstellingen te bereiken heeft Oak Pensioen de volgende activiteiten gepland:

  1. Oak Pensioen evalueert het uitsluitingsbeleid voor de beleggingscategorieën waar nu geen screening op wordt toegepast;
  2. Oak Pensioen past het uitsluitingsbeleid voor ondernemingen en landen aan op de eigen thema’s;
  3. Oak Pensioen evalueert het engagement- en votingbeleid van de beheerder van de aandelenportefeuille ontwikkelde landen State Street;
  4. Oak Pensioen onderzoekt samenwerkingsmogelijkheden op het gebied van duurzaamheid;
  5. Oak Pensioen legt jaarlijks verantwoording af over de huidige impactbeleggingen en doet onderzoek naar de mogelijkheden van impactbeleggingen;
  6. Oak Pensioen doet onderzoek naar de mogelijkheden om positieve screening toe te passen in de aandelen- en bedrijfsobligatieportefeuille op de eigen thema’s;
  7. Oak Pensioen onderzoekt de mogelijkheden voor CO2-reductie en het bijdragen aan een beter milieu voor de aandelen- en bedrijfsobligatieportefeuille.

Resultaten beleid duurzaam beleggen 2023

De resultaten van het beleid duurzaam beleggen worden gerapporteerd aan de hand van de doelstellingen die nog van toepassing waren over 2023: 

Algemene doelstellingen

  • De beleggingsportefeuille dient te voldoen aan minimum normen en waarden ten aanzien van mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anticorruptie. Per ultimo 2023 voldoet bijna 90% van de portefeuille volledig aan deze doelstelling, dat wil zeggen dat voor deze beleggingscategorieën de grootste schenders van deze algemeen geaccepteerde principes worden uitgesloten.
  • Oak Pensioen wil duurzame ontwikkelingen stimuleren. Per ultimo 2022 worden hier over de gehele portefeuille activiteiten op uitgevoerd, waarbij stemmen, engagement en insluiten de belangrijkste instrumenten zijn. NB bij de herijking van de ambitie duurzaam beleggen in 2022 deze doelstelling aangescherpt.

Doelstellingen 2018-2021/2022

  1. Voor nagenoeg de gehele beleggingsportefeuille is inzicht in de CO2-uitstoot en Oak Pensioen voldoet aan de doelstelling van een jaarlijkse verlaging van de CO2-uitstoot van de beleggingsportefeuille met 3%. De grootste verlaging wordt hierbij gerealiseerd in de aandelenportefeuille;
  2. Ten aanzien van de doelstellingen van het investeren in geselecteerde ‘Sustainable Development Goals’ en het hebben van impactinvesteringen, is geconcludeerd dat de huidige invulling hiervan met investeringen in zorgvastgoed en duurzame obligaties vooralsnog beperkt is en dat er nog geen doelstellingen aan deze beleggingen gekoppeld zijn. Daarnaast gaat Oak Pensioen voor wat betreft het thema ‘Bijdragen aan het afschaffen van kinderarbeid’ waar mogelijk in gesprek met ondernemingen. Dit is met name een belangrijk onderwerp in de portefeuille aandelen opkomende landen. Voor wat betreft het thema ‘Goede gezondheid & welzijn’ sluit Oak Pensioen beleggingen in de tabaksindustrie waar mogelijk uit en belegt Oak Pensioen in zorgvastgoed.
  3. ESG-integratie is een formeel onderdeel van het beleggingsproces en daarmee ook van selectieprocedures;
  4. Oak Pensioen heeft een dashboard duurzaam beleggen ontwikkeld. In dit dashboard wordt de verbinding gemaakt tussen de doelstellingen in het beleid duurzaam beleggen en de resultaten in de portefeuille. Het dashboard geeft ook inzicht in de prestaties op het gebied van duurzaamheid van de onderliggende beleggingscategorieën. Dit dashboard ontwikkelt zich doorlopend en is in 2023 aangepast aan de herijkte ambitie en doelstellingen duurzaam beleggen; 
  5. Ten aanzien van het uitsluiten van beleggingen in geval van onvoldoende resultaat uit engagement, heeft Oak Pensioen op basis van voortschrijdend inzicht geconcludeerd dat er ook andere instrumenten in te zetten zijn. Zo kan in het geval van aandelen worden tegengestemd en het alternatief bestaat om samen te werken met andere partijen.
  6. Oak Pensioen is doorlopend in dialoog met de verschillende stakeholders en deelnemerscommunicatie over duurzaam beleggen wordt via de website beschikbaar gesteld. Hiermee geeft Oak Pensioen invulling aan de wens van deelnemers om beter te communiceren over duurzaam beleggen; 

Activiteiten 2023

Oak Pensioen voldoet per 1 januari 2023 aan de verplichtingen vanuit de SFDR en Europese Taxonomie.

Oak Pensioen heeft in 2023 de bijbehorende level 2 rapportageverplichtingen van SFDR geïmplementeerd. Op de website van Oak Pensioen zijn sinds het begin van 2023 de volgende rapportages beschikbaar gesteld:

  • Precontractuele informatie waarin Oak Pensioen beschrijft hoe de pensioenregeling aan ecologische en sociale kenmerken voldoet;
  • Een beschrijving welke ESG-methodologieën, ESG-indicatoren, gegevensbronnen en screeningscriteria Oak Pensioen gebruikt;
  • PAIS-Statement waarin een verklaring is opgenomen van Oak Pensioen over hoe Oak Pensioen omgaat met de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren.

In de bijlage van dit jaarverslag is de periodieke rapportage opgenomen.

Naast precontractuele informatie over de duurzaamheidskenmerken die Oak Pensioen nastreeft, is Oak Pensioen verplicht deelnemers jaarlijks over de duurzaamheidsprestaties te informeren. O.a. de volgende zaken zijn onderdeel van deze rapportage:

  • Oak Pensioen heeft (nog) geen doelstellingen voor duurzame beleggingen conform de definitie van de SFDR. Wel bedraagt de weging naar duurzame obligaties per ultimo 2023 10,0%. Het grootste deel hiervan heeft een milieudoelstelling in economische activiteiten, maar dit is niet conform de definitie van de EU-taxonomie. Het overige deel heeft een sociale doelstelling;
  • Het resultaat van de duurzaamheidsindicatoren. Voor Oak Pensioen is dit het resultaat van de CO2-uitstoot en ESG-scores van (deel)portefeuilles bij voorkeur ten opzichte van de benchmark;
  • De rapportage geeft inzicht in de grootste beleggingen van Oak Pensioen en de sectorverdeling daarvan.
  • In het contract met Cardano en State Street is een verwijzing naar het IMVB-convenant opgenomen. De wens blijft om voor wat betreft engagement meer op maat gemaakt rapportages te krijgen van de vermogensbeheerders. Bij contractbesprekingen wordt het IMVB-convenant meegenomen. Hiermee voldoet Oak Pensioen aan de verplichting van het IMVB-convenant.
  • Het beursgenoteerd vastgoedfonds beheert door Northern Trust is omgezet naar een duurzaam fonds.

Data over duurzaamheid is volop in ontwikkeling en Oak Pensioen verwacht dan ook dat er meer informatie beschikbaar komt en dat de resultaten in deze rapportage zich ieder jaar verder ontwikkelen. 

Overige ontwikkelingen

Oak Pensioen neemt deel aan het periodieke onderzoek van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) naar de mate waarin er door de 50 grootste Nederlandse pensioenfondsen een duurzaam beleggingsbeleid wordt gevoerd. Hiermee zijn de activiteiten die Oak Pensioen op dit gebied uitvoert ten opzichte van andere pensioenfondsen ook zichtbaar voor alle deelnemers. Oak Pensioen is in 2023 op de ranglijst van VBDO met 5 plekken gedaald ten opzichte van 2022 (van plek 42 naar 47). Ondanks een aantal verbeterde scores van Oak Pensioen is de totaalscore ten opzichte van andere pensioenfondsen gedaald.  

Toekomstige ontwikkelingen

De opvattingen van pensioendeelnemers – en van de maatschappij waarvan deelnemers onderdeel zijn – over wat ‘verantwoord’ is, zijn niet statisch. Dit zorgt ervoor dat het beleid van Oak Pensioen continu in ontwikkeling is en kan veranderen.

Naast de vastgestelde activiteiten in het beleid duurzaam beleggen 2022-2025, bereidt Oak Pensioen zich voor op de rapportage aanpassing per 30-6-2024 vanuit de Europese wetgeving (taxonomie en de SFDR 2). Dit doet Oak Pensioen samen met de adviseur Montae & Partners, BNY Mellon en met de fiduciair adviseur BlackRock. 

2.3.4.7 Prudent Person

Met de invoering van het nieuwe FTK per 2015 is expliciet in de regelgeving opgenomen dat Oak Pensioen onderbouwt dat het strategisch beleggingsbeleid en het beleggingsplan passen binnen de prudent person regels. Dat Oak Pensioen hiermee compliant is, blijkt onder meer uit de volgende punten:

  • Oak Pensioen kent een duidelijke organisatiestructuur met betrekking tot het beleggingsbeleid en besluitvorming hierover.
  • Er is een balans tussen de omvang, aard en complexiteit van de beleggingsportefeuille enerzijds en de aanwezige kennis en ervaring en het risicobeheer anderzijds. Op dit punt heeft regelmatig onderzoek plaatsgevonden, onder andere in ALM-studies, portefeuille-constructie studies en evaluaties. Daarnaast komt dit tot uitdrukking in de risicohouding van Oak Pensioen. In 2021 is de risicohouding geëvalueerd/herijkt en is een ALM-studie uitgevoerd.
  • Oak Pensioen stelt voor de langere termijn een strategisch beleggingsbeleid vast, dat in ieder geval een beschrijving bevat van de beleggingsdoelstelling, de samenstelling van de beoogde beleggingsportefeuille en bandbreedtes.
  • Oak Pensioen vertaalt het strategisch beleggingsbeleid naar een beleggingsplan waarin een gedetailleerde omschrijving van het beleggingsbeleid wordt gegeven.
  • Oak Pensioen doorloopt de beleggingscyclus waarvan het strategisch beleggingsbeleid, het beleggingsplan en de uitvoering periodiek worden geëvalueerd en opnieuw beoordeeld.

Jaarlijks stelt het bestuur van Oak Pensioen de onderbouwing voor het voldoen aan de wettelijke vereisten hierover vast.

2.3.4.8 Risicoparagraaf vermogensbeheer

Naast het reguliere integrale risicomanagement is er ook sprake van extra aandacht voor de risico’s in het beleggingsproces. Met betrekking tot de beheersing van de beleggingsrisico’s bevatten de door Oak Pensioen opgestelde kaderstellingen voor de verschillende beleggingscategorieën onder meer bepalingen voor (deze zijn mandaat en vermogensbeheerder specifiek):

  • de minimum en maximum allocatie voor de verschillende beleggingscategorieën, regio’s en tegenpartijen (voor zover relevant);
  • de index c.q. indices die dienen als benchmark alsmede performancedoelstellingen;
  • de maximale tracking errors die de fondsen mogen hanteren;
  • de maximale afwijking in duration voor vastrentende waarden ten opzichte van de benchmark.

De beleggingsresultaten worden frequent door de vermogensbeheerders gerapporteerd en geanalyseerd.

In de rapportages van de vermogensbeheerders wordt aangegeven of en op welke wijze is voldaan aan de vooraf vastgestelde risicolimieten, waaronder minimum en maximum allocatie van de beleggingscategorieën en valuta’s. De vermogensbeheerders leveren hierbij tevens een attributieanalyse. Door middel van deze analyse kan de bijdrage van diverse beleidsbeslissingen aan de performanceverschillen met de benchmark worden toegewezen. Tevens wordt door de fiduciair adviseur de performance van de vermogensbeheerders vergeleken met de vooraf vastgestelde benchmarks. Daarbij kan opgemerkt worden dat het actieve risico in de portefeuille in de nieuwe structuur met alle nieuw geselecteerde managers aanzienlijk kleiner is geworden. De meeste beleggingscategorieën worden passief beheerd.

Daarnaast monitort de fiduciair adviseur specifiek de richtlijnen van Oak Pensioen aan de hand van een kwartaalrapportage. Verder ontvangt het bestuur ieder kwartaal een integrale vermogensbeheerrapportage.

Inflatieafdekking

Het bestuur heeft aandacht voor de gevolgen van inflatie op de aanspraken van deelnemers. In de portefeuille van Oak Pensioen zitten bewust beleggingscategorieën die een bepaalde mate van inflatiebescherming bieden zoals bijvoorbeeld vastgoed. Inflatiebescherming heeft de aandacht van Oak Pensioen, al heeft het zoveel mogelijk veiligstellen van de nominale aanspraken van deelnemers momenteel de grootste prioriteit. Bij de vaststelling van het beleggingsplan over 2023 heeft dit onderwerp extra aandacht gekregen in de portefeuilleconstructie studie. In extreme inflatie (stagflatie) scenario’s kunnen bepaalde instrumenten en beleggingscategorieën, ten koste van het verwachte rendement, een beperkte mate van dekkingsgraadbescherming bieden. 

Renterisico

Het renterisico wordt veroorzaakt door de verschillen in gevoeligheid voor renteontwikkelingen van de beleggingen enerzijds en de (nominale) verplichtingen anderzijds. Het structurele renterisico wordt beheerst binnen het ALM-proces. Voor de beheersing van het renterisico wordt gebruik gemaakt van (langlopende) obligaties en renteswaps. In het strategische beleggingsbeleid 2022-2024 heeft Oak Pensioen ervoor gekozen de dynamische rentestaffel voor de komende jaren los te laten en om een vast percentage voor de rente afdekking te hanteren. De belangrijkste reden hiervoor is dekkingsgraad stabilisatie tot het invaarmoment van naar verwachting 1-1-2025. Ultimo 2023 bedroeg de strategische mate van afdekking van het renterisico 65%. Per 1 januari 2024 is de afdekking van het renterisico verhoogd naar 80%. 

Marktrisico

Marktrisico is het risico dat de waarde van de zakelijke waarden (voornamelijk aandelen en vastgoed) verandert door veranderingen in de marktprijzen. Het structurele marktrisico wordt eveneens beheerst binnen het ALM-proces. Daarin wordt een zodanige beleggingsmix vastgesteld dat het marktrisico acceptabel is bij de doelstelling van Oak Pensioen behaald kan worden. Het belangrijkste middel hiervoor is diversificatie binnen en over verschillende beleggingscategorieën. De feitelijke beleggingsmix mag binnen vastgestelde bandbreedtes afwijken van de strategische beleggingsmix uit de ALM.

Valutarisico

Valutarisico is het risico dat de waarde van de beleggingen wijzigt door veranderingen in valutakoersen. Het bestuur is van mening dat op lange termijn vreemde valuta geen rendement genereren. Vreemde valuta geven enige diversificatie in een beleggingsportefeuille, maar het bestuur acht de korte termijn volatiliteit van vreemde valuta te hoog en vindt het van belang om grote koersschommelingen van de beleggingen door veranderingen in de koersen van vreemde valuta te voorkomen. Daarom worden de wisselkoersrisico’s geheel afgedekt, met uitzondering van de valuta waar dit niet efficiënt en tegen redelijke kosten voor mogelijk is (valuta van opkomende landen). Het valuta-afdekkingsbeleid is tevens in de benchmarks van de betreffende beleggingen verwerkt. De valutarisico's worden binnen de aandelen en obligatie beleggingsfondsen afgedekt met behulp van valutaderivaten, voornamelijk valuta termijncontracten.

Kredietrisico

Dit risico hangt samen met de beleggingen in verhandelbaar schuldpapier en met tegenpartijen. Kredietrisico op verhandelbaar schuldpapier wordt beschouwd als prijsrisico. De uitgangspunten voor de beheersing van deze vorm van kredietrisico is vastgelegd in het beleggingsplan. Daarnaast zijn er binnen de beleggingsfondsen waarin belegd wordt richtlijnen opgesteld over de maximale beleggingen per kredietklasse. 

Tegenpartijrisico

Het tegenpartijrisico voor derivaten transacties wordt beheerst door een zorgvuldige selectie, screening en monitoring van tegenpartijen. Tegenpartijen dienen minimaal een investment grade rating te hebben. In de ISDA contracten met tegenpartijen zijn clausules opgenomen om het contract te kunnen beëindigen in geval van een verlaging van de kredietwaardigheid van een tegenpartij. In geval van vorderingen op tegenpartijen wordt het kredietrisico geminimaliseerd door het opvragen van zekerheidstellingen in de vorm van liquide middelen of liquide, kredietwaardige staatsobligaties.

Vanaf 2020 sluit Oak Pensioen nieuwe derivaten af via een centrale tegenpartij. De vereisten ten aanzien van het benodigde onderpand zijn hierbij strenger, waardoor het tegenpartijrisico kleiner zal worden. Hier staat tegenover dat dit ook de behoefte van Oak Pensioen aan liquide middelen vergroot, waardoor het liquiditeitsrisico stijgt. 

Concentratierisico

Concentratierisico houdt verband met het concentreren van bijvoorbeeld beleggingen in één beleggingscategorie. Het meest extreme voorbeeld hier is dat het totale vermogen in één aandeel zou worden belegd. Een belangrijke aanname in het standaardmodel is dat de scenario's uitgaan van goed gediversifieerde portefeuilles van zowel beschikbare activa als voorzienbare verplichtingen.

De beleggingsportefeuille kent een goede spreiding over beleggingscategorieën. Binnen de beleggingscategorieën is er spreiding naar regio’s en subcategorieën. Per subcategorie worden er portefeuilles samengesteld. Deze portefeuilles bestaan uit effecten van de betreffende beleggingscategorie en kennen een goede spreiding over titels, sectoren etc. Om het concentratierisico te minimaliseren zijn er binnen de beleggingsfondsen waarin belegd wordt richtlijnen opgesteld voor maximale afwijkingen van de benchmark per sector/subcategorie en maximale omvang van beleggingen in één emittent. Gezien het beleid om concentratierisico te beperken achten wij dit risico zeer laag. In het standaardmodel wordt dit risico gelijk aan nul verondersteld. Voor Oak Pensioen geldt dat de beleggingen via fondsbeleggingen en mandaten zijn ingericht, waarbij het beheer gespreid is over meerdere speciaal hiervoor geselecteerde vermogensbeheerders. In het standaardmodel wordt dit risico gelijk aan nul verondersteld.

Operationeel risico

Operationeel risico betreft het risico dat ontstaat als gevolg van het falen of tekortschieten van interne processen, menselijke en technische tekortkomingen en onverwachte externe gebeurtenissen.

Voor Oak Pensioen geldt dat de complete uitvoering van de pensioenregeling is uitbesteed. De partijen waaraan Oak Pensioen onderdelen van de uitvoering van de pensioenregeling heeft uitbesteed beschikken allen over een ISAE 3402 II verklaring of een vergelijkbare verklaring met betrekking tot de beheersing van hun processen. Hiermee zijn voldoende waarborgen aanwezig om het operationeel risico als beperkt te mogen kwalificeren. In het standaardmodel wordt dit risico gelijk aan nul verondersteld. 

Liquiditeitsrisico

Aangezien de som van premies, directe beleggingsopbrengsten en aflossingen van beleggingen in vastrentende waarden groter is dan de som van uitkeringen en kosten, is de kans op een liquiditeitstekort op korte termijn beperkt, temeer daar ook altijd de mogelijkheid bestaat beursgenoteerde beleggingen te verkopen.

Omdat in het kader van de renteafdekking op enig moment de verplichting kan ontstaan om grote sommen onderpand te storten, wordt in de vastrentende portefeuille een deel discretionair beheerd. In dit deel zitten hoogwaardige staatsobligaties die snel liquide kunnen worden gemaakt. Bij het afsluiten van derivaten via een centrale tegenpartij wordt ook rekening gehouden met de extra liquiditeitsbehoefte vanuit aanvullende vereisten ten aanzien van het onderpand. Ruim de helft van de portefeuille bestaat uit beleggingen met een hoge of zeer hoge liquiditeit. Van de beleggingen met een zeer hoge liquiditeit kan gesteld worden dat deze onder normale marktomstandigheden binnen één dag verkocht kunnen worden. Verder wordt qua beleggingscategorieën de illiquiditeit beperkt tot vastgoed, hypotheken en private debt. Dit is samen 25% van de portefeuille. Deze categorieën bieden een goed verwacht rendement en werken diversifiërend ten opzichte van de andere onderdelen.

Strategisch risico / solvabiliteitsrisico

Dit is het risico dat de ontwikkeling van het vermogen (in de vorm van beleggingen en premies) niet optimaal aansluit op de ontwikkeling van de verplichtingen, waardoor de beoogde pensioenkwaliteit en de beoogde financieringsdoelstelling niet kunnen worden gehaald. Er is een aantal beleidsinstrumenten waarmee de financiële positie kan worden bijgestuurd. Deze beleidsinstrumenten zijn de inhoud van de pensioenregeling, het toeslagbeleid, het premiebeleid, het beleggingsbeleid en het liabilitymanagement-beleid. Met ALM (Asset Liability Management) wordt samenhang aangebracht tussen deze beleidsinstrumenten.

Relatieve marktrisico

Specifieke sturing op marktrisico’s vindt plaats met behulp van onder andere de werkelijke wegingen versus de normwegingen en het balansrisico uitgedrukt in termen van tracking error ten opzichte van de verplichtingen. De wegingen en de tracking error worden elk kwartaal gemonitord.

Risico van actief beheer

Oak Pensioen hanteert een “passief tenzij” model. En met de implementatie van de nieuwe mandaten in 2019 heeft Oak Pensioen voor een groot deel van de beleggingscategorieën de overstap gemaakt van actief naar passief beheer. Voor de categorieën High Yield Credits en obligaties opkomende markten local currency wordt nog actief belegd. Voor die delen van de portefeuille waarbij sprake is van actief beheer wordt in aanvulling op het standaardmodel van DNB een (beperkte) aanvullende buffer S10 aangehouden. Het risicoscenario voor actief beheer risico van het standaardmodel van DNB is vooralsnog alleen op het aandelenrisico (beursgenoteerde aandelen) van toepassing. Voor de fondsen (niet aandelen) waarbij sprake is van actief beheer, geldt dat het risicobudget (tracking error) klein is. Bovendien is het relatieve belang in deze fondsen klein. 

2.3.5 Risicobeheer

2.3.5.1 Algemeen

Integraal risicomanagement

De wijze waarop het bestuur om gaat met integraal risicomanagement, het risicoraamwerk en de wijze waarop risicomanagement deel uitmaakt van het besturen van Oak Pensioen zijn vastgelegd in het beleidsdocument integraal risicomanagement. Dit beleid is in 2022 geactualiseerd. Een samenvatting van dit beleid is vastgelegd in de ABTN van Oak Pensioen.

Doelstelling en risicobereidheid

Het doel van integraal risicomanagement is om de risico’s te beheersen die het behalen van de doelstellingen van Oak Pensioen bedreigen. 


De doelstellingen van Oak Pensioen, afgeleid van de missie, visie en strategie, vormen het startpunt voor integraal risicomanagement. Het doel van integraal risicomanagement is om de risico’s te beheersen die het behalen van de (strategische) doelstellingen bedreigen. Oak Pensioen heeft zijn visie, missie en strategie uitgewerkt in het meerjarenbeleidsplan. 

Vanuit de (strategische) doelstellingen formuleert Oak Pensioen de risicobereidheid. De risicobereidheid geeft aan welke typen risico’s Oak Pensioen bereid is te nemen bij het nastreven van de doelstellingen, en in welke mate. De risicobereidheid komt tot uitdrukking in de volgende kwalitatieve uitspraken: 

Risicobereidheid  
Strategisch • Oak Pensioen is niet bereid risico’s te lopen die op langere termijn het bestaansrecht van Oak Pensioen bedreigen.
• Oak Pensioen is niet bereid significante risico’s te nemen die onvoldoende beheerst zijn en daarmee de uitvoering van de pensioenregeling van het huidige richting het nieuwe stelsel (“transitiefase”) bedreigen.
Financieel • De risicohouding van Oak Pensioen voldoet aan de prudent person regel en komt voor de lange termijn tot uitdrukking in de door Oak Pensioen gekozen ondergrenzen in het kader van de haalbaarheidstoets en voor de korte termijn in de hoogte van het vereist eigen vermogen of een bandbreedte hiervoor.
• Oak Pensioen streeft een koopkrachtbestendig pensioen na, maar vindt het belangrijk dat de neerwaartse risico’s (kortingen) acceptabel zijn.
• Om de ambitie waar te kunnen maken hanteert Oak Pensioen een verantwoord beleggingsbeleid en neemt bewust beleggingsrisico’s waar naar verwachting voldoende rendement tegenover staat. Beleggingsrisico’s waarnaar verwacht geen structurele vergoeding tegenover staat worden afgedekt wanneer dit kostenefficiënt mogelijk is en rekening houdend met de mogelijke effecten op andere risico’s.
Niet-financieel • Voor het bereiken van de doelstellingen is het vertrouwen van in stand houdende organisaties en deelnemers cruciaal. Een hoge mate van tevredenheid draagt bij aan het vertrouwen in Oak Pensioen. Oak Pensioen is niet bereid risico's te lopen, die potentieel een behoorlijke daling van de tevredenheid tot gevolg hebben.
• Oak Pensioen accepteert alleen risico's die transparant zijn voor het bestuur, in voldoende mate beheerst kunnen worden én uitlegbaar zijn richting stakeholders en toetsbaar aan maatschappelijke ontwikkelingen.
• Oak Pensioen heeft een geringe bereidheid met betrekking tot het niet kunnen voldoen aan de wet- en regelgeving en gemaakte afspraken tussen pensioenfonds en de uitbestedingspartners.
• Oak Pensioen accepteert bewust enig risico die om de strategische doelstelling van Oak Pensioen te realiseren.

• Oak Pensioen zet in op een groei die passend is bij de strategie en in het belang is van deelnemers, werkgevers en sociale partners. Oak Pensioen heeft een geringe bereidheid ten aanzien van risico's die het draagvlak en vertrouwen van deelnemers en werkgevers ondermijnen/of Oak Pensioen als partij minder interessant maken voor aan te sluiten werkgevers en sectoren

Risicotaxonomie

Oak Pensioen heeft verschillende risicosoorten gedefinieerd en gestructureerd om het eenduidig identificeren en beoordelen van risico’s te ondersteunen. De risicotaxonomie geeft een totaaloverzicht van de door Oak Pensioen onderkende risico’s. De risicotaxonomie bestaat uit ongeveer 50 risico’s, geclusterd naar 12 risicocategorieën (zie onderstaand figuur). 

Risicomanagementproces

Het risicomanagementproces bevat alle activiteiten om risico’s structureel te identificeren, te beoordelen, te beheersen en te monitoren en te rapporteren. Het risicomanagementproces bestaat uit de volgende stappen: 

  1. Risico-identificatie 
  2. Bepalen bruto-risicoweging 
  3. Risicobeheersing 
  4. Bepalen netto-risicoweging 
  5. Toetsen en monitoren 
  6. Rapportage 

Het doorlopen van bovengenoemde stappen is een continu proces dat is geborgd binnen verschillende risicomanagementactiviteiten, waaronder een integrale risk assessment, een systematische integriteitsrisicoanalyse (SIRA) en een eigen risicobeoordeling (ERB). 

Integrale risk assessment

Tijdens het risk assessment bekijkt het bestuur alle risico’s in onderlinge samenhang. In het risk assessment worden risico’s geïdentificeerd en ingeschat op basis van kans en impact. Op basis van de uitkomsten worden de risico’s geprioriteerd. Het risk assessment heeft als doel om inzicht te krijgen in de risico’s, de risicobereidheid per risico te herijken en de risicostrategie te bepalen. 

Governance Risk en Compliance (GRC) tool

De geïdentificeerde risico’s en beheersmaatregelen zijn opgenomen in een GRC-tool (Cerrix). Ook de effectiviteit van de beheersmaatregelen wordt vastgelegd in Cerrix. 

Ontwikkelingen in het risicomanagement

Hieronder volgen de belangrijkste thema’s in 2023: 

  1. Datakwaliteit; 
  2. IT en informatiebeveiliging 
  3. Governance Risk en Compliance (GRC)-tooling; 
  4. Wet Toekomst Pensioenen; 
  5. Eigen Risicobeoordeling (ERB) 
  6. Verklaring naleving Gedragslijn Verwerking Persoonsgegevens Pensioenfondsen 

Daarnaast is in 2023 invulling gegeven aan een verbetering van het Business Continuity Plan (BCP), als vervolg op de in 2022 benoemde verbeterpunten.

2.3.5.2 Datakwaliteit

Op het gebied van datakwaliteit is, met name in het kader van de Wet toekomst pensioenen (WTP) veel werk verzet in 2023. Het plan van aanpak Datakwaliteit bevat meerdere fases, conform het kader datakwaliteit van de Pensioenfederatie.  

Fase 1 was een toets door TKP op uitvoerbaarheid van het plan. Fase 2 betrof het opstellen van een risicoprofiel. Fase 1 en 2 zijn conform planning afgerond. De 3e en 4e fases waren het beoordelen van de datakwaliteitsrapportage en het plan van aanpak. Deze twee fasen zijn in een vergevorderd stadium en worden in 2024 afgerond. 

2.3.5.3 IT- en informatiebeveiliging

Digitalisering en innovatie zijn steeds essentiëler bij de realisatie van de ambities die Oak Pensioen heeft. IT is hierbij een belangrijk middel, enerzijds om risico’s te beheersen, en anderzijds om kansen te benutten.  

In verband met gewijzigde wet- en regelgeving, snelle ontwikkelingen op IT-gebied, nieuwe good practices en een herzien meerjarenbeleidsplan met IT als nadrukkelijke randvoorwaarde, is in 2022 een IT-risicoanalyse uitgevoerd. Deze risicoanalyse is opgezet rondom de zo genoemde 5 A’s (Awareness, Agility, Accuracy, Availability, Access), in lijn met het servicedocument ICT van de Pensioenfederatie en is gekoppeld aan de zelfevaluatie Informatiebeveiliging van DNB (58 cobit controls). 

In navolging op de uitgevoerde IT-risicoanalyse is het IT-en informatiebeveiligingsbeleid materieel herzien. Relevante elementen uit het oude IT-beleid zijn overgenomen. De voorgestelde aanpassingen zijn geijkt op het DNB-normenkader. Ook hierbij zijn de 5 A’s aangehouden. 

Uitgangspunt is dat (kritische) uitbestedingspartijen minimaal moeten voldoen aan de uitgangspunten in het IT- en informatiebeveiligingsbeleid van Oak Pensioen. De toetsing van de uitbestedingspartijen aan het IT-en informatiebeveiligingsbeleid van Oak Pensioen vond in 2023 plaats, door middel van schriftelijke uitvragen en gesprekken. De uitwerking van de uitkomsten vindt plaats in 2024. 

2.3.5.4 Cerrix

In 2023 is Cerrix in gebruik genomen. In deze tool worden de risico’s en controls uit de risicotaxonomie gemonitord. De tool werkt goed en is na een half jaar positief geëvalueerd door de portefeuille Risicobeheer. De tool ondersteunt de monitoring en beheersing van de risico’s. In 2023 zijn alleen de basismogelijkheden gebruikt van Cerrix. Uitbreiding hiervan volgt in 2024. 

2.3.5.5 Data escrow

In 2023 zijn Oak Pensioen en TKP tot overeenstemming gekomen over de aanpak van de overstap naar een datakluis. De data escrow. Dit onderwerp is veel besproken gedurende 2023. In december 2023 was er een eerste uitlevering van gegevens. Ook is er een verwerkersovereenkomst opgesteld.  

2.3.5.6 Wet Toekomst Pensioenen (Wtp)

In de portefeuille risicobeheer is gedurende 2023 voortdurend aandacht geweest voor de aan de Wtp gerelateerde risico’s. Wtp-risicorapportages en gemelde ontwikkelingen zijn besproken in de periodieke risico-overleggen. 

2.3.5.7 ERB (Wtp)

Oak Pensioen heeft in 2021 de eerste reguliere eigenrisicobeoordeling (ERB) uitgevoerd. In 2023 en 2024 voert Oak Pensioen een nieuwe ERB uit, getriggerd door de komst van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). In deze ERB worden Wtp-specifieke scenario’s behandeld om aan te sluiten op de actuele situatie waar Oak pensioen zich in begeeft. Eind december is de ERB in een afrondende fase. De volledige afronding vindt plaats aan het begin van 2024. 

2.3.5.8 Verklaring naleving Gedragslijn Verwerking Persoonsgegevens Pensioenfondsen

De Gedragslijn Verwerking Persoonsgegevens Pensioenfondsen (hierna: de Gedragslijn) is opgesteld door de Pensioenfederatie en heeft een dwingend karakter voor de pensioenfondsen welke als lid zijn aangesloten bij de Pensioenfederatie. Met deze gedragslijn laten pensioenfondsen zien op welke manier zij gegevens van (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden of andere aanspraakgerechtigden beheren. De pensioenfondsen rapporteren voor het eerst per 1 januari 2020 over de naleving van de gedragslijn. Deze gedragslijn is geactualiseerd en de “Gedragslijn verwerking persoonsgegevens pensioenfondsen 2023” geldt per 1 januari 2023. Als lid van de Pensioenfederatie legt Oak Pensioen middels dit jaarverslag verantwoording af over de toepassing van de normen uit de gedragslijn gedurende geheel 2023. Voor zover er mogelijk normen niet (volledig) zijn toegepast wordt dit gemotiveerd toegelicht. 

De toepassing van de Gedragslijn is vastgelegd in alle privacy-documenten. Naleving hiervan is in de (uitbestedings)processen geborgd. De Functionaris Gegevensbescherming van Oak Pensioen ziet hier ook actief op toe.  

Daarnaast heeft bij alle kritische uitbestedingspartijen van Oak Pensioen die persoonsgegevens verwerken een uitvraag plaatsgevonden naar de naleving van de Gedragslijn. Hierbij is ook gekeken naar de beschikbare assurance rapportages en is gebruik gemaakt van uitvragen en overleggen met de uitbestedingspartijen van Oak Pensioen die tevens als verwerker zijn geclassificeerd. Alle uitbestedingspartijen hebben verklaard de normen van de Gedragslijn na te leven, aanvullend op de geldende AVG-normen. Een uitbestedingspartij heeft verklaard een eigen beleid te hanteren dat minimaal ‘gelijkwaardig’ is aan de Gedragslijn. Op basis van deze uitkomsten is vastgesteld dat aan de normen van de Gedragslijn is voldaan. 

Oak Pensioen verklaart zich in 2023 aan de Gedragslijn Verwerking Persoonsgegevens door pensioenfondsen te hebben gehouden.  

2.3.5.9 Interne audits in 2023

In 2023 zijn er geen audits geweest. De sleutelfunctiehouder Internal Audit (SFH IA) heeft in 2023 wel meegekeken op het gebied van governance in relatie tot WTP. Hier is een inventarisatie van gemaakt in de vorm van een rapportage.

2.3.5.10 Overzicht risico’s 2023 vanuit jaarlijkse risk-assessment Sleutelfunctiehouder risk

In april 2024 heeft het jaarlijkse risk assessment plaatsgevonden. Hieronder worden de relevante ontwikkelingen in risico’s gedurende 2023 beschreven. Voor de netto-risico’s is aangegeven of deze geaccepteerd worden (binnen de risicobereidheid vallen). Indien het risico niet wordt geaccepteerd zijn aanvullende beheersmaatregelen vastgesteld om het risico te mitigeren naar het gewenste niveau. In het hoofdstuk ‘Vermogensbeheer’ worden de financiële risico’s nader toegelicht.

  Relevante ontwikkeling risico over 2023 Toelichting / aanvullende maatregel  
Uitbesteding pensioenuitvoering De transitie naar het nieuwe pensioenstelsel brengt veel uitdagingen met zich mee voor de pensioenuitvoering. Dit kan leiden tot risico’s met betrekking tot continuïteit, integriteit en/of kwaliteit van de uitbestede werkzaamheden. De huidige beheersmaatregelen mitigeren onvoldoende de kans op dit risico om binnen de risicobereidheid te vallen. Het risico ligt tijdelijk buiten de risicobereidheid gegeven de uitdagingen die WTP ook op de run organisatie heeft. Dit wordt tijdelijk geaccepteerd.  
Juridisch risico De risico’s samenhangend met wet- en regelgeving en contracten wordt netto als ‘Midden’ ingeschat, net als de risicobereidheid. Bepaalde risico’s kunnen niet contractueel worden afgedwongen, waardoor het risico niet volledig kan worden weggenomen. In 2024 zullen de juridische risico’s rondom de implementatie WTP nauwlettend worden gemonitord. Geen aanvullende maatregelen benodigd; huidige risico inschatting zit binnen het gewenste niveau.  
Inrichting en besluitvorming Dit is het risico dat het pensioenfonds onvoldoende in staat is met een doeltreffende organisatiestructuur en gestroomlijnde processen tijdig en beheerst in te spelen op interne en externe veranderingen.
Met de keuze voor het omgekeerd gemengd model als bestuursstructuur en de inrichting van het bestuursbureau is de snelheid en slagkracht in de besluitvorming en uitvoering vergroot.
2023 was voor Oak Pensioen wederom een uitdagend jaar, onder andere door marktontwikkelingen en voorbereiding op de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel.
Geen aanvullende maatregelen benodigd; huidige risico inschatting zit binnen het gewenste niveau.  
Renterisico In 2023 is de rente gedaald. Het pensioenfonds dekt het renterisico af volgens een rentestaffel, waarbij het afdekkingspercentage hoger is naarmate de rentestand hoger is. De renteafdekking is verder verhoogd (per 1-1-2024), hiermee wordt de impact van renteveranderingen verkleind.
Ondanks de renteafdekking blijft renterisico één van de grootste en belangrijkste financiële risico’s voor het pensioenfonds.
Andere aanvullende maatregelen zijn niet benodigd; huidige risico inschatting zit binnen het gewenste niveau.  
Prijsvolatiliteitsrisico Beleggingsrisico’s worden bewust genomen om de ambitie te kunnen realiseren. Het prijsvolatiliteitsrisico is een van de voornaamste financiële risico’s voor de dekkingsgraad.
Het resultaat op de beleggingen was in 2023 positief; door een daling van de rente was per saldo sprake van een positief effect op de dekkingsgraad.
Geen aanvullende maatregelen benodigd; huidige risico inschatting zit binnen het gewenste niveau.  
Inflatierisico In 2022 en 2023 was er volatiliteit in de inflatie. Dit komt mede door de geopolitieke verschuivingen en daarmee gestegen energieprijzen. Het beleggingsbeleid van het pensioenfonds bevat momenteel geen instrumenten die expliciet tot doel hebben om het inflatierisico af te dekken.. De risicobereidheid is ten tijde van de vorige integrale risico analyse opgehoogd naar ‘Midden’ gegeven dat het pensioenfonds beperkte maatregelen neemt ten aanzien van het inflatierisico en het (resterende) inflatierisico accepteerde. Additionele beheersing op inflatierisico zou tevens effect hebben op andere financiële risico’s. Het inflatierisico is, net als in 2022, gesteld op ‘Aanzienlijk’. Gegeven het gewenste risiconiveau ‘Midden’ valt het risico rondom inflatie buiten de risicobereidheid. Dit risico vereist prioriteit in het komende jaar en wordt nauwlettend gevolgd door het bestuur en de risicomanagement functie.  
Modelrisico Het modelrisico is het risico dat onjuiste beslissingen worden genomen op basis van de uitkomsten van deze modellen, door incorrecte modellen of onjuist gebruik van modellen. Hiertoe is het van belang dat juiste en passende modellen worden gebruikt. Het modelrisico ziet daarmee toe op de interpretatie van de uitkomsten van modellen en hangt samen met het beschikken over de juiste kennis (bij bestuursleden en adviseurs) om de modellen te interpreteren. Vervolgens gaat het om het bepalen van de eventuele consequenties van het verkeerd interpreteren van de modeluitkomsten voor het realiseren van de doelstellingen van het pensioenfonds.
Het pensioenfonds is zich ervan bewust dat modellen een benadering zijn van de werkelijkheid en de uitkomsten met voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd. Het risico wordt vooralsnog als ‘Laag’ ingeschat. De risicobereidheid is ook ‘Laag’. Het bestuur heeft inzicht in de belangrijkste modellen die gehanteerd worden ten behoeve van de kernprocessen van de bedrijfsvoering.
Geen aanvullende maatregelen; dit risico blijft onder verhoogde aandacht van het bestuur. en wordt nauwlettend gevolgd door de risicomanagement functie.  
Pensioensector risico Het nieuwe pensioenakkoord is de belangrijkste verandering in de pensioensector voor de komende jaren. Dit geldt ook voor Oak Pensioen. In 2023 is verder gewerkt aan de implementatie van het nieuwe pensioenstelsel. Ook zijn maatregelen getroffen om, waar nodig, de risico’s die voortvloeien uit dit project te mitigeren.
Met de uitwerking van het Pensioenakkoord en de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel neemt dit risico naar verwachting toe. In de communicatie wordt ook rekening gehouden met het feit dat er veel veranderd voor de deelnemers. Het pensioenfonds onderzoekt best practices om te waarborgen dat de deelnemers zo transparant en helder mogelijk worden geïnformeerd.
Geen aanvullende maatregelen; dit risico vereist prioriteit in het komende jaar en wordt nauwlettend gevolgd door de risicomanagement functie.  
Verandervermogen De omgeving verandert steeds sneller met onder meer het nieuwe pensioenstelsel en nieuwe technologieën. Om hier tijdig en beheerst op in te kunnen spelen, is het pensioenfonds – naast de eigen organisatiestructuur en processen – ook afhankelijk van sociale partners en uitbestedingspartijen.
Om te borgen dat uitbestedingspartijen over voldoende verandervermogen beschikken vindt doorlopend overleg plaats over ontwikkelingen die (mogelijk) van invloed zijn op de dienstverlening aan het pensioenfonds.
Met sociale partners vinden periodiek (strategische) overleggen plaats.
In verband met de WTP is het gewenst risico in 2022 opgehoogd van ‘Laag’ naar ‘Midden’. Hiermee is de risicoacceptatie rondom het verandervermogen tijdelijk hoger.
De tijdelijke verhoging van de risico tolerantie is van toepassing tot het moment van invaren. Na het invaren wordt de bereidheid herzien. Deze risico’s dienen echter goed te worden gevolgd in het komende jaar om mogelijke ontwikkelingen tijdig te ondervangen.  
Reputatierisico Het reputatierisico is het risico dat negatieve publiciteit als gevolg van een interne of externe gebeurtenis leidt tot verlies van vertrouwen van of een negatieve beeldvorming bij stakeholders van het pensioenfonds, met reputatieschade tot gevolg. In verband met de WTP is het gewenst risico tijdelijk opgehoogd van ‘Laag’ naar ‘Midden’. Hiermee is de risicoacceptatie rondom de reputatie van het pensioenfonds tijdelijk hoger.  
Uitbesteding vermogensbeheer Het risico dat de kwaliteit, integriteit en/of continuïteit van de aan de vermogensbeheerders uitbestede werkzaamheden dan wel door vermogensbeheerders ter beschikking geselde apparatuur en personeel wordt geschaad.
Het risico bestaat dat vermogensbeheerders onvoldoende afstemming hebben met pensioenbeheer richting de transitie naar WTP. Dit kan leiden tot vertraging in de transitie.
Geen aanvullende maatregelen benodigd; huidige risico inschatting zit binnen het gewenste niveau.  
IT risico Het IT risico is van belang omdat dit de kritische bedrijfsprocessen van het pensioenfonds raakt. Door de beheersmaatregelen van het pensioenfonds op gebied van IT wordt het IT risico sterk ingeperkt. Het netto risico (Midden’ is echter nog niet op het gewenste niveau ‘Laag’.
Oak Pensioen is in hoge mate afhankelijk van de IT-systemen van haar uitbestedingspartners, dit is een kwetsbaarheid in de transitie naar WTP. Middels extra assurance van de pensioenuitvoerder t.a.v. de effectieve werking van de Cobit-controls en voorbereidingen op DORA wordt de operationele weerbaarheid van de IT verder verhoogd.
De genoemde maatregelen moeten zorgen dat het netto risico verder wordt verlaagd naar het gewenste niveau ‘Laag’.  
Toezichtrisico Toezichtrisico is het risico dat het pensioenfonds vanuit toezicht aan significant zwaardere eisen moet voldoen van de toezichthouders DNB en AFM dat tot meer kosten leidt. Oak Pensioen heeft een lage risicobereidheid als het gaat om het niet naleven van wet- en regelgeving, zij zoekt waar nodig proactief de dialoog met de verschillende toezichthouders over de implementatie van wet- en regelgeving. Geen aanvullende maatregelen benodigd; huidige risico inschatting zit binnen het gewenste niveau.  
Bedrijfstakrisico Bedrijfstakrisico is het risico dat het aantal aangesloten werkgevers/werknemers daalt in de bedrijfstak en daardoor een negatief effect heeft op de kosten per deelnemer.
Oak Pensioen heeft geen invloed op conjunctuur van de sector, maar kan middels diversificatie binnen sectoren wel het risico op effecten binnen de bedrijfstak verkleinen.
Daarnaast kan door het verder invullen van het consolidatiebeleid dit risico verder worden verlaagd.
De genoemde maatregelen moeten zorgen dat het netto risico verder wordt verlaagd naar het gewenste niveau ‘Laag’.  

2.3.5.11 Frauderisico’s en analyse

Binnen de risicocategorie Integriteitsrisico volgt het bestuur nadrukkelijk het risico van interne, externe en fiscale fraude. In 2023 is geen fraude geconstateerd. Het bestuur hanteert ter beheersing van frauderisico de volgende maatregelen:

  • In de gedragscode van het pensioenfonds zijn regels vastgelegd ter voorkoming van belangenconflicten, handelen met voorwetenschap en moreel handelen. Iedere verbonden persoon moet een verklaring ondertekenen, waarin zij/hij zich verbindt alle voor haar/hem relevante regels uit deze gedragscode strikt na te leven. De compliance officer toetst per kwartaal of alle verbonden personen en insiders de gedragscode hebben nageleefd en rapporteert de uitkomsten hiervan.
  • Minimaal eens per 3 jaar stelt het UB vast dat het uitbestedings- en inkoopbeleid actueel is passend bij wet- en regelgeving, guidance van de toezichthouder en best practices in de sector en dat dit beleid algemene criteria bevat omtrent continuïteit, integriteit, kwaliteit en IT waaraan uitbestedingspartijen moeten voldoen. 
  • De portefeuille risicobeheer monitort uitbestedingspartijen minimaal eens per halfjaar op integriteitsrisico's op basis van rapportages van en/of periodieke overleggen met de uitbestedingspartijen.
  • Op kwartaalbasis monitort het uitvoerend bestuurslid pensioen & communicatie aan de hand van de SLA rapportages dat wijzigingen in arbeidsgeschiktheid gemeld en verwerkt worden via de SUAG-koppeling.
  • Wijzigingen van NAW-gegevens geschiedt via een GBA-interface. 
  • In het pensioenreglement is de verplichting opgenomen voor de werkgever, de deelnemer en (andere) aanspraakgerechtigden aan het fonds alle inlichtingen en bewijsstukken te verstrekken die voor de uitvoering van de pensioenregelingen worden gevraagd. Het fonds aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van het niet aanleveren van informatie, dan wel het aanleveren van onvolledige, onjuiste of niet tijdige informatie. 
  • Bij aangaan van nieuwe of aanpassen van bestaande overeenkomsten controleert de verantwoordelijke UBer dat in de overeenkomst met adviseurs/uitbestedingspartners is opgenomen dat zij aansprakelijk zijn voor schade als gevolg van onder anderen fraude en voor zover deze (mede) is ontstaan door hun eigen handelen of nalaten. 
  • Alle ontvangen facturen worden afgehandeld volgens de Goedkeuringsprocedure facturen. TKP legt de facturen voor akkoord voor aan de betreffende portefeuillehouder of, indien de procedure dit vereist, aan het bestuursbureau. Pas na akkoord wordt de factuur door TKP betaald. 
  • De custodian van het fonds voert onafhankelijk toezicht uit op de beleggingen en beleggingsresultaten. 
  • Toepassing van het (minimaal) vier-ogenprincipe door uitbestedingspartijen is onderdeel van de ISAE/SOC-controle door een externe accountant. De rapportages worden door het bestuursbureau getoetst en aan het UB voorgelegd. 
  • Het bestuursbureau beoordeelt jaarlijks de van TKP, BlackRock en Cardano en BNYM ontvangen ISAE 3402 of SOC 2 verklaring en eventuele bevindingen en adviezen worden geadresseerd binnen het uitvoerend bestuur.
  • Het fonds heeft een klokkenluidersregeling, een incidentenbeleid en een proces voor het afhandelen van incidenten en datalekken. Deze beleidsdocumenten worden eens per drie jaar door het bestuursbureau getoetst op actualiteit. 
  • Incidenten, misstanden en datalekken worden gemeld en afgehandeld conform de voor het fonds geldende incidentenregeling en/of klokkenluidersregeling en/of procedure datalekken. 
  • De jaarlijks verplichte accountantscontrole bij  uitbestedingspartners van Bpf Meubel mitigeert het risico op fiscale fraude. 
  • Het fonds heeft een fiscaal adviseur aangesteld voor o.a. de BTW gerelateerde belastingzaken. 
  • Externe informatievoorziening door externe partijen op het gebied van fiscale wetgeving.

2.3.6. Governance en compliance

Overlegstructuur tussen het fonds en de betrokken sociale partners

Oak Pensioen kent vier aangesloten sectoren met elk een eigen cao en een eigen overlegstructuur. Oak Pensioen en een afvaardiging van de sociale partners van deze sectoren ontmoeten elkaar in het Breed Beraad. Tijdens de overleggen van het Breed Beraad wordt voornamelijk informatie uitgewisseld. De sociale partners komen daarna (vaak per sector) tot hun besluitvorming. Om recht te doen aan de rol en input van sociale partners en te zorgen dat alle sectoren zich gehoord voelen, maar ook om te komen tot een efficiëntere besluitvorming, is in 2021 de Pensioentafel ingevoerd. De Pensioentafel is een onderhandelingstafel over pensioen, waar elke sector is vertegenwoordigd met een onderhandelingsmandaat. Aan de Pensioentafel worden besluiten genomen over de inhoud van de pensioenregeling, zowel in het huidige stelsel als de noodzakelijke besluiten voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.   

Daarnaast kent Oak Pensioen sinds 2021 een uitvoeringstechnisch overleg. Hier wordt de inregeling en uitvoering van de pensioenregelingen afgestemd tussen pensioenfonds, sectoren en pensioenuitvoerder. 

Oak Pensioen heeft niet alleen regelmatig gesprekken met de sociale partners gezamenlijk maar ook met de diverse, individuele brancheorganisaties en werknemersorganisaties. Dit levert over en weer waardevolle inzichten op en zorgt ervoor dat wordt ingegaan op de branche specifieke aangelegenheden. 

Bemensing fondsorganen

Bestuur

In 2023 zijn voorbereidingen gestart voor de benoeming van een nieuw niet-uitvoerend bestuurslid met de portefeuille vermogensbeheer vanwege het doorschuiven van het betreffende bestuurslid naar de positie van uitvoerend bestuurslid met de portefeuille financiële opzet en vermogensbeheer. Deze laatste benoeming is per 1 januari 2024 ingegaan; de toetsing door DNB is afgerond. De benoeming van het nieuwe niet-uitvoerende bestuurslid en de toetsing door DNB was in het verslagjaar nog niet afgerond.  

In 2023 zijn er geen herbenoemingen geweest.  

Verantwoordingsorgaan  

De samenstelling van het verantwoordingsorgaan is in 2023 ongewijzigd gebleven, nadat in 2022 de omvang van het verantwoordingsorgaan was teruggebracht naar negen leden en de meeste leden zijn herbenoemd.  

Geschiktheid en diversiteit

De veranderende wereld betekent dat ook de eisen aan de geschiktheid van bestuursleden veranderen en dat continue bijscholing nodig is. Oak Pensioen heeft daartoe een geschiktheidsbeleid vastgesteld met een bijbehorend opleidingsplan. In 2023 heeft het bestuur zich op twee themadagen verder verdiept in specifieke onderwerpen behorend bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. 

In januari 2024 heeft het bestuur in de vorm van een workshop een externe zelfevaluatie uitgevoerd. Daarbij zijn de huidige competenties beoordeeld. Geconcludeerd is dat een groei in het aantal competenties zichtbaar is. Afgesproken is een verdere uitwerking te maken van een rangschikking naar kerncompetenties en overige competenties. 
In 2023 zijn drie bestuursleden gestart met de CPE-opleiding (Certified Pension Executive). 
Het verantwoordingsorgaan heeft zich gedurende twee opleidingsdagen verdiept in de Wtp en in de eigen rol, taken en bevoegdheden.  

Onderdeel van geschiktheid is ook dat het bestuur als collectief voldoende divers is samengesteld. Het bestuur bekijkt het begrip diversiteit vanuit diverse perspectieven en streeft naar een divers bestuur omdat het ervan overtuigd is dat diversiteit bijdraagt aan de kwaliteit van de besluitvorming. Oak Pensioen kent een diversiteitsbeleid dat niet alleen ziet op leeftijd en geslacht maar ook op een diverse culturele achtergrond. Het streven naar meer diversiteit in de samenstelling van de fondsorganen is regelmatig onderwerp van gesprek met de diverse stakeholders bij Oak Pensioen. Nadat in 2022 een groot aantal wijzigingen heeft plaatsgevonden in de samenstelling van  het bestuur en het verantwoordingsorgaan is in 2023 geen wijziging geweest in de samenstelling van bestuur en verantwoordingsorgaan.  De diversiteit in het bestuur kenmerkt zich door twee vrouwen in het bestuur en drie bestuursleden die bij de eerste benoeming jonger waren dan 40 jaar. In het verantwoordingsorgaan hebben nu twee vrouwen zitting en is één lid jonger dan 40 jaar.   

Code Pensioenfondsen

De Code Pensioenfondsen is opgesteld door de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid (STAR) en wettelijk verankerd. De Monitoringcommissie Code Pensioenfondsen ziet toe op de naleving van de Code met als doel de verhoudingen binnen pensioenfondsen transparanter te maken. De Code Pensioenfondsen is per 1 januari 2024 herzien.  

De Code legt de nadruk op het gedrag van bestuurders, intern toezichthouders en belanghebbenden in de verantwoordingsfunctie. Per orgaan zijn normen opgenomen over taak en werkwijze, samenstelling en zittingsduur, geschiktheid, benoeming, schorsing en ontslag. Daarnaast zijn overkoepelende thema’s opgenomen. De thema’s gaan zowel over het eigen functioneren van Oak Pensioen als die van dienstverleners. Voorbeelden hiervan zijn integraal risicomanagement, communicatie en transparantie, verantwoord beleggen, kosten, uitvoering en uitbesteding, geschiktheid, diversiteit, integer handelen en beloningsbeleid.  

Pensioenfondsen leven de Code na op basis van het ‘pas toe of leg uit-beginsel’. Een pensioenfonds past de normen van de Code toe of zet in het jaarverslag gemotiveerd uiteen waarom een norm niet (volledig) is toegepast. 

In onderstaande tabel zijn de normen opgenomen waarover een pensioenfonds verplicht moet rapporteren conform de Code Pensioenfondsen 2018. Vanaf 2024 zal de Code Pensioenfondsen 2024 worden toegepast.

Norm Omschrijving Oak Pensioen:voldoet Ja/Nee
5 Het bestuur legt verantwoording af over het beleid dat het voert, de gerealiseerde uitkomsten van dit beleid en de beleidskeuzes die het eventueel voor de toekomst maakt. Het bestuur weegt daarbij de verschillende belangen af van de groepen die bij het pensioenfonds betrokken zijn. Ook geeft het bestuur inzicht in de risico’s van de belanghebbenden op korte en lange termijn, gerelateerd aan het overeengekomen ambitieniveau. Ja, in: Jaarverslag en andere communicatie richting belanghebbenden.
Zie paragrafen 2.2, 2.3 en 2.6. En in paragraaf 2.2.2 het meerjarenbeleidsplan.
28 Het bestuur evalueert in elk geval jaarlijks het eigen functioneren en van de individuele leden. Hierbij wordt een keer in de drie jaar een onafhankelijke partij betrokken. Ja, in Jaarverslag. Zie paragraaf 2.3.6.
31 De samenstelling van fondsorganen is wat betreft geschiktheid, complementariteit, diversiteit, afspiegeling van belanghebbenden en continuïteit, vastgelegd in beleid. Zowel bij de aanvang van een termijn, als ook tussentijds bij de zelfevaluatie vindt een check plaats. Ja, in: Statuten, reglement VO, geschiktheidsbeleid, diversiteitsbeleid en de functieprofielen. Bij elke vacature wordt bezien of het functieprofiel nog voldoet.
47 Het intern toezicht betrekt deze Code bij de uitoefening van zijn taak. Ja, in: Verslag niet-uitvoerend bestuurders (zie hoofdstuk 4 jaarverslag).
58 Het bestuur geeft publiekelijk inzicht in missie, visie en strategie. Ja, in: Jaarverslag (paragraaf 2.2) en via de website.
62 Het bestuur legt zijn overwegingen omtrent verantwoord beleggen vast en zorgt ervoor dat deze beschikbaar zijn voor belanghebbenden. Ja, in: Jaarverslag (paragraaf 2.3.4.7), ABTN, verklaring beleggings-beginselen, ESG in beleggingsplan en via website.
64 Het bestuur rapporteert in het jaarverslag over de naleving van de interne gedragscode (zoals bedoeld in de normen 15 en 16) en deze Code, net als over de evaluatie van het functioneren van het bestuur. Ja, in: Jaarverslag, paragraaf 3.
65 Het bestuur zorgt voor een adequate klachten- en geschillenprocedure die voor belanghebbenden eenvoudig toegankelijk is. In het jaarverslag rapporteert het bestuur over de afhandeling van klachten en de veranderingen in regelingen of processen die daaruit voortvloeien. Ja, in: Jaarverslag, paragraaf 2.3.2.
Ook is de regeling raadpleegbaar op de website.

Oak Pensioen streeft ernaar alle normen uit de Code na te leven. In bepaalde gevallen wijkt Oak Pensioen af van normen uit de Code. In onderstaand overzicht wordt dit per norm toegelicht.

Norm Omschrijving Oak Pensioen:voldoet Ja/Nee
34 Een bestuurslid kan maximaal twee keer worden herbenoemd. Bestuursleden van Oak Pensioen kunnen maximaal drie maal worden herbenoemd, maar met een maximale zittingstermijn van twaalf jaar.

In 2014, bij de overgang naar het omgekeerd gemengde bestuursmodel, is een getrapt rooster van aftreden vastgesteld, dit ter bevordering van de bestuurlijke continuïteit. De eerste zittingstermijn is daardoor voor een aantal bestuursleden geen vier jaar maar korter. Door drie herbenoemingen toe te staan met een totale maximale zittingstermijn van twaalf jaar, wordt niet aan de letter van de norm voldaan, maar wel aan de geest.
39 Benoemingsprocedures – Bijlage B1 Oak Pensioen volgt de benoemingsprocedures die zijn opgenomen in Bijlage B1 bij de Code Pensioenfondsen 2018, behalve op de volgende
punten:
- De onafhankelijk voorzitter wordt niet voorgedragen door de uitvoerend bestuursleden, de uitvoerend bestuursleden worden wel gehoord. Hiermee zijn de niet uitvoerend bestuursleden meer betrokken bij deze benoeming.
- Benoeming van de leden van het verantwoordingsorgaan geschiedt door het voltallige bestuur en niet door de uitvoerend bestuursleden.

2.4 Wat heeft dit gekost?

Totale kostenratio

Op grond van de aanbeveling vanuit de Pensioenfederatie is onderstaande tabel opgenomen met een totale kostenratio. Dit betekent een totaalinzicht van alle kosten van het beheer van een pensioenfonds -exclusief transactiekosten- als percentage van het belegd vermogen. Dit geeft zicht op de impact van deze kosten op het opgebouwde (pensioen)vermogen. Het bestuur ziet dit kengetal als aanvullende en tevens belangrijkste graadmeter voor de beoordeling van de kosten van Oak Pensioen. 

  Bedragen (x € 1.000) In % gemiddeld belegd vermogen  
Pensioenbeheerkosten * 10.723 0,23%  
Vermogensbeheerkosten (exclusief transactiekosten 11.992 0,25%  
Totale kosten 22.715 0,48%  
       
Transactiekosten 12.316 0,26%  
       
* Uitgedrukt in euro's per deelnemer 168    

Hieronder wordt nader ingegaan op de uitsplitsing en toelichting van de kosten pensioenbeheer en vermogensbeheer.

2.4.1 Kosten uitvoering pensioenbeheer (x € 1.000,-)

Transparantie in de kosten

Het fonds maakt voor het uitvoeren van de pensioenregeling diverse kosten. Globaal kunnen deze kosten worden onderverdeeld in kosten voor de uitvoering van de pensioenregeling en kosten van het vermogensbeheer. Het fondsbestuur vindt het belangrijk open te zijn over deze kosten. Door de toenemende wet- en regelgeving neemt de druk op de kosten toe. Deelnemers willen inzicht in de kosten van de uitvoering van de pensioenregeling, de vermogensbeheerkosten en transactiekosten. Oak Pensioen geeft in het bestuursverslag transparant inzicht in deze kosten.

Kosten uitvoering pensioenbeheer

De kosten van pensioenbeheer, na toerekening aan vermogensbeheer, bedragen voor 2023 10.723 (2022: 9.584). Omgerekend is dit 168 (2022: 152) per deelnemer en gepensioneerde (beide bedragen x € 1). De eenmalige kosten van pensioenbeheer bedragen voor 2023 1.523 (2022: 763). Exclusief de eenmalige kosten bedragen de kosten pensioenbeheer per deelnemer en gepensioneerde voor 2023 144 (2022: 140) (beide bedragen x € 1). Zowel de reguliere als de eenmalige kosten waren in 2023 hoger dan in 2022.

De pensioenkosten per deelnemer zijn berekend door de totale pensioenuitvoeringskosten te delen door het totaal aantal actieve deelnemers en pensioengerechtigden ultimo 2023, met inachtneming van de aanbevelingen van de Pensioenfederatie en AFM. De pensioenbeheerkosten bestaan uit kosten deelnemers en pensioengerechtigden, kosten werkgevers, kosten financieel beheer, bestuurskosten, heffingen van de toezichthouders, adviseurs, juridische kosten, werkgeverskosten, communicatiekosten en overige kosten.

Pensioenuitvoeringskosten

(bedragen x € 1.000)   2023   2022
         
Bestuur, Advies en controle        
Accountantskosten   120   93
Controle en advieskosten actuaris   137   168
Kosten adviseurs   394   290
Contributies en bijdragen   538   385
Bestuurskosten   868    783 
Projecten   1.587    764 
Kostenbenchmark    
Overige   104    100 
Totaal   3.750    2.583 
         
Administratie        
Kosten administratie   6.635    6.660 
Kosten bestuursondersteuning   520    1.049 
Kosten uitvoering communicatiebeleid   437    326 
Kosten eigen bestuursbureau   578   
Totaal   8.170    8.035 
         
Totaal pensioenbeheerkosten inclusief btw *   11.920    10.618 
         
Allocatie naar kosten vermogensbeheer        
Toezichtkosten DNB en AFM   -221   -166
Bestuurskosten   -304   -274
Communicatiekosten   -87   -65
Accountant en actuaris   -128   -130
Bestuursondersteuning   -156   -315
Eigen bestuursbureau   -173   0
Reguliere advieskosten   -128   -87
Incidentele advieskosten vermogensbeheer    
Pensioenbeheerkosten na alloccatie kosten vermogensbeheer   10.723    9.581 
         
Eénmalige kostenposten        
Projecten   1.587    763 
Pensioenbeheerkosten exclusief eenmalige kosten   9.136    8.818 
         
Actieve deelnemers   27.721    27.675 
Gepensioneerden   36.145    35.530 
Totaal   63.866    63.205 
         
Pensioenbeheerkosten in euro per deelnemer exclusief eenmalige kosten   143    140 
Pensioenbeheerkosten in euro per deelnemer inclusief eenmalige kosten   168    152 

Toelichting bij kosten uitvoering pensioenbeheer

Accountantskosten

De kosten van de accountant zijn in 2023 hoger ten opzichte van 2022 als gevolg van extra controleactiviteiten in verband met SFDR/Annex 4.

Controle en advieskosten actuaris
De controle en advieskosten van de actuaris zijn in 2023 lager ten opzichte van 2022. Deze kosten van 137 voor 2023 bestaan uit kosten voor de certificerend actuaris ad 43 (2022: 44) en de adviserend actuaris ad 94 (2022: 124).

Kosten adviseurs

De kosten van de adviseurs zijn in 2023 hoger (394) dan in 2022 (290). In 2023 was er sprake van hogere kosten als gevolg van de werkzaamheden van onder meer de interne Audit vervuller en risicobeheer vervuller.

Contributies en bijdragen

Deze kosten betreft de contributies vanuit de DNB, AFM en Pensioenfederatie. De verhoging in 2023 (538) ten opzichte van 2022 (385) wordt verklaard door forse stijgingen van de bijdragen aan DNB (+50%), de Pensioenfederatie (+30%) en DigiD (+50%).

Bestuurskosten

Deze kosten bestaan uit de vergoedingen, reis- en verblijfkosten, opleidingskosten en vergaderkosten  van het bestuur, het verantwoordingsorgaan en de auditcommissie. Deze kosten zijn hoger in 2022 (868) dan in 2022 (783) vanwege indexatie en meer vergaderingen.

Verdere informatie over de beloning van de bestuursleden, leden verantwoordingsorgaan en auditcommissie is opgenomen in hoofdstuk 3.8.

Projectkosten
Deze kosten betreft diverse éénmalige projecten of diensten. Deze kosten zijn in 2023 (1.587) hoger dan in 2022 (764). In 2022 waren deze projectkosten vooral besteed aan het project WTP (509), de afronding transitie van de pensioenadministratie van Centric naar TKP (256). De hogere projectkosten in 2023 worden voornamelijk veroorzaakt  door de WTP (968), opzetten bestuursbureau (202) en rebranding (242). 

Kosten administratie

De administratiekosten van de pensioenuitvoering zijn in 2023 licht gedaald (6.635) ten opzichte van 2022 (€ 6.660).

Kosten bestuursondersteuning
De kosten van de bestuursondersteuning zijn in 2023 (€ 520) lager dan in 2022 (€ 1.049). Dit het gevolg van de beëindiging medio 2023 van de externe bestuursondersteuning. In de tweede helft van 2023 is het eigen bestuursbureau van start gegaan, de kosten hiervoor in 2023 bedroegen 578. 

Kosten uitvoeren communicatiebeleid

De communicatiekosten in 2022 (437) zijn gestegen ten opzichte van 2022 (326) vanwege extra brieven/mailingen.

Allocatie kosten vermogensbeheer
Oak Pensioen rekent een deel van de kosten toe aan de vermogensbeheerkosten. De volgende kosten worden toegerekend aan kosten vermogensbeheer (inclusief toegepaste verdeelsleutels):

  • 50% kosten DNB en AFM
  • 35% kosten bestuur
  • 30% kosten bestuursondersteuning
  • 20% Pensioen & Communicatie 
  • 50% Financiële opzet van totale kosten
  • 35% Risicobeheer van totale kosten
  • 100% kosten beleggingsadministratie
  • 100% kosten adviseurs vermogensbeheer

Bestuursoordeel kosten pensioenbeheer
In 2020 is het bestuur gestart met het uitvoeren van een kostenbenchmarkonderzoek door LCP dat voor de komende jaren wordt herhaald. Op deze manier monitort het bestuur jaarlijks de kosten-ontwikkeling ook in relatie tot de markt. Uitgangspunt voor het bestuur is dat kosten transparant en herleidbaar zijn. Van belang hierbij zijn de twee speerpunten uit het meerjarenbeleidsplan 2022-2025:

  • Een beheerste, natuurlijke groei om in een concurrerende omgeving een goede pensioenregeling te bieden;
  • Een robuust systeem van financiering en uitvoering.

Daarnaast is kostenefficiency ook als kernwaarde opgenomen in het meerjarenbeleidsplan.

De uitvoeringskosten zijn in 2023 ten opzichte van 2022 in absolute zin gestegen met 1.142 (na allocatie naar vermogensbeheer). Deze stijging komt voornamelijk door een stijging van de advies- en projectkosten.

De kosten per deelnemer (exclusief gewezen deelnemers) bedragen in 2023 168 (x € 1). Dit is 16 (x € 1) meer dan in 2022. Uit het BELL (voorheen: LCP) benchmarkonderzoek 2022 blijkt dat de kosten per deelnemer binnen de peergroep van 34 pensioenfondsen met eind 2022 tussen 20.000 en 100.000 deelnemers (Oak Pensioen: 63.205 deelnemers) in de periode 2020-2022 gemiddeld 175 (x € 1) bedroegen. Het gemiddelde van de pensioenbeheerkosten in de periode 2020-2022 bij Oak Pensioen was 157 (x € 1) en lag daarmee onder het gemiddelde uit de peergroup. Daarnaast blijkt uit de detailanalyse van het benchmarkonderzoek 2022 dat de administratiekosten per deelnemer lager zijn dan de mediaan van de peergroup en de overige kostensoorten hoger dan de mediaan van de peergroup. Het bestuur bespreekt jaarlijks deze analyses vanuit BELL in relatie tot de beoogde strategie en kostenambitie.

Het bestuur is van mening dat de totale kosten pensioenbeheer passen bij de karakteristieken van het fonds ook gezien het serviceniveau, de communicatiestrategie en het aantal uit te voeren pensioenregelingen. Het bestuur realiseert zich dat de aanvullende (project)kosten in 2023 een gevolg zijn van de bewuste en noodzakelijke keuzes vanuit de toekomststrategie van het fonds en dat een deel van de projecten en daarmee de projectkosten - zoals voor het WTP-project Pensioen -, nog doorloopt in de komende jaren 2023-2025. De projectkosten voor het WTP-project en de inrichting van het eigen bestuursbureau, Datakwaliteit, Keuzebegeleiding zijn voorbeelden waarin het bestuur beleidskeuzes maakt op basis van de strategie zoals is verwoord in het meerjarenbeleidsplan. Vervolgens beoordeelt het bestuur het effect op de kosten per deelnemer evenals de mate van risicobeheersing. In zijn algemeenheid beoordeelt het bestuur vooraf ieder project vanuit de driehoek: kwaliteit – kosten – risico’s.

Het bestuur is in 2022 gestart met een extra periodiek overleg Cost Control en werkt met een taakstellend jaarbudget. Daarnaast is het bestuur zich bewust van de extra complexiteit in de pensioenregeling als gevolg van een aantal afwijkende parameters voor de populatie Houthandel en is het bestuur in overleg met sociale partners om ernaar te streven dat de regeling vanuit de Houthandel-populatie op termijn toegroeit naar de pensioenregeling van de Meubel-populatie. 

2.4.2 Kosten uitvoering vermogensbeheer (x € 1.000,-)

2023 Beheer-
kosten
Performance gerelateerde kosten Transactie-
kosten
Totaal
Kosten per beleggingscategorie        
Vastgoed 2.058   11.108 13.166
Aandelen 491   233 724
Vastrentende waarden 4.733 846 587 6.166
Overige beleggingen 1.117   388 1.505
Totaal kosten toe te wijzen aan categorieën 8.399 846 12.316 21.561
         
Overige vermogensbeheerkosten        
Kosten vermogensbeheer pensioenfonds en bestuursbureau 1.363     1.363
Kosten fiduciair beheer 700     700
Custodian 683     683
Advieskosten vermogensbeheer 303     303
Overige kosten vermogensbeheer 543     543
Totaal overige vermogensbeheerkosten 3.593     3.593
         
Totaal kosten vermogensbeheer 11.992     25.154
2022 Beheer-
kosten
Performance gerelateerde kosten Transactie-
kosten
Totaal
Kosten per beleggingscategorie        
Vastgoed 833   1.729 2.561
Aandelen 726   659 1.385
Vastrentende waarden 4.070   609 4.679
Overige beleggingen 1.372   718 2.090
Totaal kosten toe te wijzen aan categorieën 7.000 0 3.715 10.715
         
Overige vermogensbeheerkosten        
Kosten vermogensbeheer pensioenfonds en bestuursbureau 1.128     1.128
Kosten fiduciair beheer 847     847
Custodian 638     638
Advieskosten vermogensbeheer 272     272
Overige kosten vermogensbeheer 479     479
Totaal overige vermogensbeheerkosten 3.363     3.363
         
Totaal kosten vermogensbeheer 10.364     14.078

Overzicht kerncijfers inzake vermogensbeheerkosten

(bedragen x € 1.000)   2023   2022
         
Gemiddeld belegd vermogen *   4.755.379   5.424.375
         
% van het gemiddeld belegd vermogen        
Beheerkosten inclusief performance gerelateerde kosten   0,25%   0,19%
Transactiekosten   0,26%   0,07%
Totaal   0,51%   0,26%

Toelichtingen op de kosten

Vermogensbeheervergoedingen
De beheerkosten bestaan uit kosten direct toe te rekenen zijn aan het beheer van de beleggingscategorieën.

De overige vermogensbeheerkosten bestaan onder andere uit de gemaakte kosten van:

  • het bestuur gerelateerd aan het monitoren van de beleggingen;
  • de fiduciaire advisering;
  • de externe beleidsadviseur;
  • de dienstverlening die van de custodian wordt afgenomen waaronder de bewaarneming;
  • overige kosten zoals de uitvoering van de valuta-afdekking, de herbalancering, belastingterugvordering en het liquiditeitenmanagement en advieskosten ten aanzien van BTW en vermogensbeheerovereenkomsten.

Een deel van deze kosten wordt direct bij het fonds in rekening gebracht (2023: 3.488; 2022: 3.436). Vanuit pensioenbeheer wordt een deel van de kosten toegerekend aan vermogensbeheer (2023: 1.363; 2022: 1.128). Daarnaast bestaat een deel van de kosten uit vermogensbeheerkosten die ingehouden worden binnen de beleggingsfondsen. Dit op basis van de Total Expense Ratio van de beleggingsfondsen vermenigvuldigd met het gemiddeld belegd vermogen in deze fondsen en de overige kosten binnen de beleggingsfondsen (2023: 7.141; 2022: € 5.799).

Transactiekosten
De transactiekosten zijn de kosten die gemaakt worden om de effectentransactie tot stand te brengen en uit te voeren. Deze kosten zijn deels op basis van een schatting tot stand gekomen, omdat er bij beursgenoteerde beleggingen niet separaat kosten in rekening worden gebracht. De kosten worden bepaald op basis van het verschil tussen de bied- en laatkoers.

De aannames die verder zijn gemaakt bij het berekenen van de transactiekosten zijn gebaseerd op de in 2016 vernieuwde aanbevelingen ten aanzien van het transparant maken van de kosten van vermogensbeheer van de Pensioenfederatie. Onderstaand de belangrijkste gehanteerde veronderstellingen:

  • Directe beleggingstitels: per aan- en verkoop een spread (kostenopslag) vermenigvuldigd met de transactiewaarde. Hierbij wordt zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van de gerealiseerde spreads.
  • Transactiekosten voor beleggingsfondsen zijn de daadwerkelijk afgerekende aan- en verkoopkosten (in- en uittreedvergoedingen) van de beleggingsfondsen.

Transactiekosten zijn derhalve onderdeel van de aan- en verkooptransacties van de beleggingen zoals deze zijn gemaakt bij de rebalancing en bij het wisselen van beleggingsfonds of vermogensbeheerder. De totale transactiekosten bedragen over 2023 12.316 (2022: 3.715). 

Aansluiting met de jaarrekening
De Aanbevelingen uitvoeringskosten van de Pensioenfederatie maken expliciet onderscheid tussen de vermogensbeheerkosten en transactiekosten. In de jaarrekening maken de transactiekosten van 12.316 onderdeel uit van de indirecte beleggingsopbrengsten. Voorts is een deel van de pensioenuitvoeringskosten toegerekend aan kosten vermogensbeheer. Voor een verdere toelichting hierop wordt verwezen naar de toelichting ‘Kosten uitvoering pensioenbeheer’.

Bestuursoordeel vermogensbeheerkosten
De totale vermogensbeheerkosten zijn met 11.076 gestegen. Als percentage van het beheerd vermogen zijn de vermogensbeheerkosten gestegen van 19 naar 25 basispunten. Het vermogen is in 2023 gestegen van 4.541 naar € 4.970 (beide bedragen * € 1000.000). In 2022 zijn er nieuwe managers aangesteld voor niet-beursgenoteerd vastgoed en private debt. Deze managers hebben hogere beheerkosten dan de managers en categorieën waaruit deze gelden worden onttrokken. Doordat afscheid genomen is van een aantal vastgoedfondsen en doordat de nieuwe vastgoedmanagers aankopen hebben gedaan, zijn de transactiekosten voor deze categorieën significant hoger.

Oak Pensioen heeft geen prestatiegerelateerde vergoedingen afgesproken met haar vermogensbeheerders. Hun beheerfee is gebaseerd op het beheerde vermogen of op basis van een vast bedrag. Hierdoor is er geen direct verband tussen de kosten voor een vermogensbeheerder en het resultaat van een vermogensbeheerder.  

Uit het LCP benchmarkonderzoek blijkt dat de mediaan van de vermogensbeheerskosten van de peergroep (21 pensioenfondsen met een pensioenvermogen eind 2022 tussen € 2 en € 16 miljard) in 2022 uitkwam op 0,44% (0,38% beheervergoeding en 0,06% transactiekosten) van het gemiddeld belegd vermogen en daarmee hoger ligt dan de kosten van het fonds 0,27% (0,21% beheervergoeding en 0,06% transactiekosten). Vanuit de strategische heroriëntatie in 2018 heeft het bestuur bewust gekozen voor een relatief eenvoudige en grotendeels passief beheerde portefeuille. Een laag kostenniveau leidt op de lange termijn tot een positief resultaat op het rendement. Het bestuur beoordeelt de kosten van vermogensbeheer als passend bij de beleggingsportefeuille, het gekozen beleggingsbeleid en de nieuwe vermogensbeheerstructuur.

2.5 Onze activiteiten in 2024

In 2024 richt Oak Pensioen zich op de volgende hoofdthema’s: 

  • Het nieuwe pensioenstelsel 
  • IT-risico’s (o.m. DORA) 
  • Verdere invulling duurzame beleggingen (ESG-criteria) 
  • Governance 
Deze thema’s worden hieronder kort toegelicht. 

2.5.1 Nieuw pensioenstelsel

Het bestuur heeft op 3 april 2024 besloten de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel een jaar uit te stellen naar 1 januari 2026. Dit besluit is genomen in verband met het toegenomen risico dat gelopen zou worden om de transitie per 1 januari 2025 uit te voeren. De transitie is een complex en veelomvattend proces. Ondermeer de late invulling van de regelgeving heeft geleid tot een vertraging in de uitvoering van dit proces. Omdat het bestuur een zorgvuldige overgang belangrijk vindt is daarom gekozen voor dit uitstel. Hiermee komen we weer in onze oorspronkelijke positie als snelle volger in plaats van als koploper.

Daarnaast wordt in 2024 een verdere uitwerking gegeven aan het communicatieplan WTP. Daarbij worden nieuwe inzichten vanuit de toezichthouders meegenomen. Ook zullen webinars over WTP voor deelnemers worden georganiseerd. De keuzebegeleiding krijgt in 2024 een nieuwe impuls door intensivering van het doorlopen van het keuzetraject voor een financial tooling.   

Ook wordt de Eigen risicobeoordeling (ERB) aangepast voor de WTP.  
Voor de beleggingen wordt de evaluatie van de kaderstellingen en beleggingscases in het kader van het nieuwe pensioenstelsel afgerond.  

2.5.2 IT-risico's

In verband met de implementatie van de Digital Operational Resilience Act (DORA) per 1 januari 2025 wordt een plan van aanpak opgesteld. Daarbij zal worden getoetst in hoeverre Oak Pensioen en de uitbestedingspartijen voldoen aan de door DORA gestelde vereisten die zien op het IT-risicobeheer. Doel is om in januari 2025 volledig compliant te zijn aan de DORA-vereisten.  

2.5.3 Duurzaam beleggen

Oak Pensioen bekijkt of de minimum normen en waarden aangescherpt kunnen worden onder andere op de eigen thema’s. Dit doet Oak Pensioen onder andere door te onderzoeken of in de mandaten voor aandelen en bedrijfsobligaties aanvullende uitsluitingen gewenst zijn op thema’s van Oak Pensioen, maar ook door te onderzoeken of er verdere stappen gezet kunnen worden op het gebied van impact beleggen. Daarnaast wordt onderzocht of het uitsluitingsbeleid ook voor High Yield, EMD LC en beursgenoteerd vastgoed kan worden toegepast. Verder zal Oak Pensioen een landenbeleid opstellen.

2.5.4 Governance

In 2024 zal verder gewerkt worden aan het strategisch relatiemanagement waarbij een professionele en plezierige relatie met sociale partners en overige belanghebbenden in de aangesloten sectoren centraal staat. Aandachtspunten daarbij zijn:

  • Weten wat in de sectoren leeft;
  • Zorgen voor draagvlak en voldoende representativiteit;
  • Overleg over de werkingssfeer;
  • Tempo en diepgang besluitvorming nieuwe pensioenstelsel.

Daarnaast is de borging van de bestuurlijke continuïteit een aandachtspunt. In een opvolgingsplan wordt zorggedragen voor een goede spreiding van de opvolging van aftredende bestuursleden.

Verder zal met de verdere integratie van het bestuursbureau het (uitvoerend) bestuur verder ontzorgd worden. Speerpunten daarbij zijn de kostenbeheersing en versterking van de administratieve organisatie / Interne beheersing (AO/IB).

In September 2023 heeft Oak Pensioen besloten tot een overgang naar een fiduciair model, waarbij één partij verantwoordelijk wordt voor de volledige fiduciaire dienstverlening, incl. beheer van de matching portefeuille. BlackRock is aangesteld als verantwoordelijke voor de volledige fiduciaire dienstverlening. De transitie van Cardano naar BlackRock zal in het eerste halfjaar van 2024 worden afgerond.

Versie:
v6.2.32

Met iWink Report maak je professionele online publicaties. Publicaties die je online, in print en als PDF-download kunt aanbieden.

En daarmee voldoe je direct aan de WCAG-wetgeving rond digitale toegankelijkheid.

Eenvoudig, veilig en efficiënt.

Meer over iWink Report